24 JUNI 1971 834 het gemeentelijk vervoerbedrijf, dat ons eind november 1970 heeft be reikt. Op bladzijde 24 onder het hoofdstuk brandweer komt daarin de mededeling voor dat in het jaar 1969 in totaal 22 bedrijven en instel lingen rechtstreeks met de brandmeldinstallatie van de brandweerka zerne werden verbonden. Vervolgens treft men dan een totaallijst aan van de per eind 1969 aangesloten bedrijven en/of instellingen. Onder meer blijkt daaruit dat het stadhuis, de schouwburg en het Turf schip zijn aangesloten naast de ziekenhuizen, musea en postkantoren. Kan het college mij mededelen waarom bijvoorbeeld de Beyerd hierop niet is aangesloten? Zijn de voorzieningen van brandpreventieve aard aldaar dusdanig dat dit naar het oordeel van de brandweer minder noodzakelijk is? Welke maatstaven worden in het algemeen gehanteerd bij het al of niet aan sluiten van gemeentelijke instellingen of bedrijven op de brandmeld installatie van de brandweer? ANTWOORD Tot dusver is de Beyerd niet aangesloten op de brandmeldinstallatie in de brandweerkazerne, omdat tot voor korte tijd niet met zekerheid bekend was, hoe lang het cultureel centrum in zijn huidige vorm zou worden gehandhaafd. Nu evenwel is komen vast te staan, dat de Beyerd niet binnen afzien bare tijd zal worden verbouwd, zullen wij de raad op korte termijn een krediet vragen voor het treffen van enige voorzieningen ter verbetering van de brandveiligheidssituatie in het cultureel centrum. Tot die voor zieningen behoort ook het aansluiten van de Beyerd op de bedoelde brand meldinstallatie. Bij het beoordelen van de vraag, of een gemeentelijk(e) instelling of bedrijf op die installatie zal worden aangesloten, gelden normen als: het aantal personen, dat per oppervlakte-eenheid aanwezig kan zijn, de waarde van de inventaris, de functie en de situering van het gebouw etc. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 22-4-1971) De heer JANSEN merkt op: Ik wil het college vragen of het geen tijd wordt dat wij onze prioriteiststellingen herzien, waarbij ik met na me weer denk aan het woningprobleem. Ik hoop dat wij hierover op kor te termijn een preadvies van het college mogen ontvangen. ANTWOORD Het ligt in de bedoeling van ons college om de raad in de maand au gustus a.s. te houden vergadering een nota aan te bieden, waarin de huisvestingsproblematiek uitvoerig zal worden behandeld. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 22-4-1971) De heer VAN CAULIL merkt op: er is in Breda een«eer actief comité Behoud Binnenstad, dat regelmatig met U correspondeert en waarvan wij zowel persoonlijk als in fractieverband nogal eens brieven ontvangen. Ditmaal kregen wij een schrijven over de ruimte die aan vankelijk was bedoeld voor het civic-centre, waarin mijns inziens een aantal zeer reële vragen stond. Nu de zijmuur van de Beyerd wordt opgeknapt vraagt men zich af of dit aan de kant van de Veemarktstraat ook mogelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 834