812 24 JUNI 1971 vormen voor een soort continue stroom, nu ineens nog weer een ander bedrijf opduikt? De heer VAN MERKOM: Het is voor ons allemaal vers van de pers en daarom is het zeer moeilijk direct op deze informatie te reageren. Weliswaar zijn wij blij dat wij die ter beschikking hebben gekregen, maar er doemen bij ons toch enige vragen op. Is deze wijze van behan deling van de funderingsreductie geschied met toestemming van de provinciale directie, dan wel van Den Haag? Ten tweede: wordt diezelfde funderingsreductie op het ogenblik nog toegepast voor nieuwe bouwstro- men? De heer VAN OS: Wij hebben de mededeling met vreugde ont vangen, maar wij zullen nog geruime tijd nodig hebben om een en ander nader te bestuderen. Op dit moment daarom geen commentaar. De heer AMERICA: In de eerste regel van de mededeling staat: "In het rapport van 23 december 1970.Zoudt u mij kunnen zeg gen waarom het zo lang heeft geduurd voordat wij deze informatie kre gen? De heer ROOZEBOOM: Het verificatiebureau heeft deze opmerkingen gemaakt over de jaarrekening 1969. Ik hoor echter dat dit een aangelegen heid is die reeds sinds 1963 min of meer als methodiek wordt toegepast. Is het juist als ik veronderstel dat het verificatiebureau in alle voorgaan de jaren - met eenzelfde methode - geen dergelijke opmerking in zijn eindrapport heeft opgenomen? De heer CRUL: De wethouder heeft gezegd dat de afdeling finan ciën over het memorandum rapport zal uitbrengen aan de raad. Als ik het goed begrijp zal er alsdan gelegenheid zijn uitvoerig over deze zaak te discussiëren. Wij stellen ons voor dat op dat moment te doen. De heer VAN CAULIL: Ik zou u willen vragen deze toelichting ook te geven in de afdeling voor openbare werken, waarin deze beslui ten indertijd allemaal zijn genomen. Wij waren er wel van op de hoog te dat het bereiken'van de curveprijs op grote moeilijkheden stuitte, wij zijn bekend met de moeilijkheden ten aanzien van vaste trappen, vliezotrappen, betegelingen en achterpaden - het ging zelfs zo ver dat er in een bergruimte geen deur meer kon worden aangebracht maar van deze dingen waren wij niet op de hoogte. Ik verzoek u dan ook in de afdeling voor openbare werken ook duidelijk opening van zaken te geven. De VOORZITTER: Ik wil in eerste instantie een algemene opmer king maken. Zoals u zult begrijpen is ook het college bezig de zaak te analyseren, die over een aantal jaren loopt. Daarbij passen ook vra gen als in hoeverre de provinciale directie er al of niet bij is betrokken. Ik neem echter aan dat in de afdeling financiën ongetwijfeld nog meer vragen over dit onderwerp zullen worden gesteld en dat in de beantwoor ding daarvan dieper en waarschijnlijk ook met meer stukken op deze zaak zal worden ingegaan. Dit ter verklaring van het feit dat wij op dit moment natuurlijk niet beschikken over een volledige analyse van een situatie die gedurende enkele jaren heeft gelopen. Ik kan de heer Roozeboom wel zeggen dat - overigens is dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 842