844 24 JUNI 1971 De heer VAN MERKOM: Ik stel vast dat deze zaak inderdaad in de afdeling voor openbare werken zal worden behandeld, zodat wij dan meer tijd zullen hebben deze hele problematiek te bestuderen. Ik zou het echter op prijs stellen als in die vergadering duidelijk wordt gemaakt wie er in feite verantwoordelijk is geweest voor het al of niet toekennen van deze funderingsreductie. De heer VAN CAULIL: Uit het antwoord van de wethouder zou men kunnen opmaken dat er op het ogenblik geen funderingsreductie wordt verleend. Ik ben echter van mening dat in onze voorwaarden bij grondverkoop staat dat bij verschillen van hoogte en peil eventueel een reductie wordt verleend en dat die niet aan de gemeente komt. Mijns inziens is dat nog steeds van kracht. De VOORZITTER: Samenvattend mag ik vaststellen dat de raad behandeling verwacht van deze zaak in de afdeling financiën en dat dan op deze zaak zal worden teruggekomen. Ik kan nu reeds toezeggen dat de vragen die vandaag gesteld zijn ongetwijfeld bij dat gesprek betrok ken zullen worden, terwijl ik aanneem dat de leden van de afdeling, waarin de diverse fracties vertegenwoordigd zijn, ook voldoende vragen zullen stellen, zodat een ruime informatie en een diepgaand onderzoek ten aanzien van deze kwestie zullen moeten plaatsvinden. Verder kan ik toezeggen dat dit onderdeel van de gemeenterekening - ik meen dat het niet gevraagd is ten aanzien van andere onderdelen - als punt op de agen da van de afdeling voor openbare werken zal worden geplaatst. Het lijkt mij het beste als, nadat de afdeling financiën haar vragen heeft gesteld en het onderzoek heeft plaatsgevonden, de behandeling ongeveer ge lijktijdig in beide afdelingen geschiedt. Dat zijn de toezeggingen die ik op dit moment kan doen. Wanneer het daarna wenselijk en noodza kelijk mocht blijken, zouden wij er alsnog in de raadsvergadering over kunnen praten. De heer VAN MERKOM: Is het vanwege de vakantie mogelijk om, zo dit nodig blijkt, hierover een extra vergadering uit te schrijven? De VOORZITTER: Als dat nodig blijkt is dat ongetwijfeld mogelijk. Overigens wil ik daar wel bij zeggen dat het mij volledig uitgesloten lijkt in juli een extra vergadering te houden, dat lijkt mij in verband met de vakanties, ook van vele raadsleden, niet verstandig. Wij zou den dat dus na die periode moeten doen en als de raadsagenda dan op zichzelf aanleiding geeft tot een uitloopvergadering of een extra ver gadering, zal het college die zeker voorbereiden. Wethouder VAN DUN: Waarschijnlijk hebben de heer Van Caulil en ik elkaar verkeerd begrepen. Ik ging in op een vraag van de heer Van Merkom, die mijns inziens vroeg of de funderingsreductie op deze wijze nog wordt verstrekt en daarop luidt het antwoord ontkennend. De mededeling van burgemeester en wethouders wordt hierna zon der hoofdelijke stemming voor kennisgeving aangenomen. 3. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR DE AANKOOP VAN EEN DIENSTPAARD VOOR DE POLITIE.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 844