84
9 FEBRUARI 1971
voorwoord voor het jubilerende St. Michael.
Wat bedreigt de democratie? Enerzijds de lauwheid van velen,
anderzijds de moblaw of het völkisches Empfinden. Zonder enige
vorm van representativiteit, zonder verkiezingsprocedure en zonder
kandidaatstelling doen sommigen een gooi naar de zeggenschap,
bereidheid verantwoording af te leggen ontbreekt dezulken te enen
male. Veelal betreft het eendagsvliegen, maar allen die zich bij
de democratie wel bevinden zullen groter activiteit moeten ont
plooien, zullen de democratie elke dag opnieuw gestalte moeten
blijven geven. Een duidelijk voorbeeld van dat laatste, het opnieuw
gestalte geven, acht mijn fractie het optreden -- via de erkende
spelregels -- van nieuwe mensen en nieuwe groeperingen in deze
gemeenteraad. Ook wijzelf zijn, tot onze vreugde, vergroot en ver
nieuwd. Wat de samenwerking met college en raadsleden betreft:
graag! Aan ons zal het niet liggen, mits men zakelijke menings
verschillen niet in het persoonlijke vlak trekt en mits ieder voor
andermans beginsel begrip wil opbrengen, althans het wil respecteren.
Wij zijn de raad van Breda voor welvaart en welzijn in dit stadium.
De landelijke politiek zou ik bij deze begrotingsbehandeling buiten
beschouwing willen laten. De verkiezingscampagnes zullen ons in de
komende maanden nog ruimschoots gelegenheid geven elkaar in het
debat te ontmoeten en de V. V. D. is dergelijke discussies nog nooit
uit de weg gegaan.
Bij de besluitvorming is openbaarheid vereist, maar er is meer:
de V. V. D. staat voor aat in een tijdig stadium eerlijke en nauw
keurige informatie geboden wordt. Dat betekent niet dat wij per
jaar twee begrotingsbehandelingen zullen moeten hebben. Dit naar
aanleiding van de opmerking van de heer Crul. Om te demonstreren
hoe het niet moet behoef ik slechts te wijzen op de gang van zaken
rond de reconstructie van de Dr. Struyckenstraat, die al maanden
en maanden sleept, terwijl het gerucht via halve informatie drukt
op degenen die er wonen. Op het ons voor de volgende raadsverga
dering verstrekte kaartje bijvoorbeeld bevinden zich in het eerste
blokje aan de Heuvelbrink twaalf hokjes, maar ik en vele anderen
die er gewoond hebben weten heel goed dat er vijftien boven- en
benedenwoningen stonden en staan. Gaan er nu drie afgebroken
worden of maar een halve? Wat een verwarring, wat een onrust
en wat een nodeloze zorgen voor al die mensen! Een Kafka had
daar alleen al twintig minuten voor nodig gehad! Ik zwijg er nu
verder maar over, maar ik concludeer dat het college zal moeten
leren leven met die eis van goede en nauwkeurige voorlichting in een
vroeg stadium en dat het zien zal moeten realiseren dat die mondige
Bredase burger uit zijn doppen kijkt.
Het college zal meer moeten doen: het zal aan de voorlichting
wezenlijke inhoud moeten geven. De uitgave van de Breda-map
vormt een goede algemene aanzet. Ook de begrotingsfolder mag er
zijn, maar onbegrijpelijk in een dergelijk verantwoord kader achten
wij dan bijvoorbeeld de "korte informatie over de gang van zaken
in de Stadsschouwburg Breda 1964-1970": bovendien zingen de op
lopende cijfers ons tezeer eigen lof. Wij misseni de vermelding
in mineur over de stijging van de directe kosten en het oplopen
van de subsidies, de waardedaling van de gulden speelt daarbij ook