850 24 JUNI 1971 vuil. Ik zou echter gaarne vernemen welke die billijkheidsgronden pre cies zijn en hoe dit contractueel geregeld was. Is contractueel vastge legd dat de gemeente Breda minimaal 40. 000 m3 moet storten of maxi maal 40. 000 m3? Tenslotte vraagt u ons met deze regeling akkoord te gaan, opdat u spoedig een concept kunt maken voor een nieuw contract. Kan het college nu reeds mededelen wat de financiële consequenties van dit nieuwe contract zullen zijn? Wordt daarin de prijs weer per m3 gere kend of zal die hoofdelijk worden omgeslagen over de bevolking, zo als in vele andere gemeenten ook wordt gedaan? Zo ja, hoe hoog zal dit bedrag dan ongeveer zijn? De heer VAN MERKOM: De vuilverwerking neemt steeds grotere vormen aan, ook in deze gemeente, en in de toekomst zullen wij dan ook tot een andere oplossing moeten komen dan hetgeen hier is voorgesteld en dat wij in dit kader dan ook zien als een tijdelijke oplossing. Het he le contract duidt er al op dat er in de toekomst iets anders zal moeten gebeuren. Op het gebied van de vuilverwerking zal regionale samen werking noodzakelijk zijn. Daarbij vraag ik mij toch af of Bavel, wan neer wij opnieuw gaan herindelen, ook onder Breda zal vallen. Op blad zijde 2 van het voorstel lees ik namelijk: "De zeer grote hoeveelheden afvalstoffen die naast het stadsvuil zijn aangevoerd door particulieren noodzaken ertoe ten dele boven het maaiveld te storten, als gevolg waarvan het park een geaccidenteerd karakter zal krijgen". Ik heb het idee dat het daar op den duur nogal attractief zou kunnen worden en ik kan mij voorstellen dat men er in verband met de planning van toe komstige uitbreidingen nu al een park van gaat maken. In andere grote steden is dat inderdaad al gebeurd, zoals bijvoorbeeld in Den Haag, dat dergelijke vuilstorthopen midden in uitbreidingsplannen zijn gepro jecteerd en daar is dat heel aantrekkelijk» Mijn vraag is dan ook: wat doet u ermee, maakt u het er mooi? Mijns inziens is de vuilafvoer op dit moment niet kostprijsdekkend en wij zullen er dus aan moeten wennen dat wij er meer voor moeten betalen. Ook hier geldt dat de vervuiler betaalt en dat zijn wij in wezen allemaal. Onze fractie wil daarom in de toekomst zeer de nadruk leg gen op een kostprijsdekkende vuilverwerking en in die zin kunnen wij tijdelijk met deze oplossing meegaan. De heer KRAMER: Verleden jaar was ik nog niet zo enthousiast voor dit voorstel. Een van mijn bezwaren was toen dat ik mij moeilijk kon verenigen met het storten van vuil boven het maaiveld, maar ik moet zeggen dat er intussen wel iets is gebeurd. Er worden namelijk steeds grotere hoeveelheden vuil aangevoerd, terwijl wij daarnaast moe ten vaststellen dat er toch wel een behoorlijke activiteit is ontplooid door de Grontmij. Tenslotte zou ik willen zeggen dat er eigenlijk geen behoorlijk alternatief is. De veiligheid is nu gelukkig geregeld via de hinderwetvergunning maar ik zou toch nog een vraag willen stellen. In het midden op pagina 1 stelt u dat er geleidelijk aan een einde zal moeten komen aan deze onbevredigende situatie, maar het woord "geleidelijk" is mij in deze zin niet duidelijk. Het is mijns inziens reëel te vragen hoeveel tijd hier ongeveer - exact is dat natuurlijk niet aan te geven - mee gemoeid zal zijn» Ik neem namelijk aan dat dit een overgangsfase is. Nogmaals, de hoeveelheid vuil die wij produceren zal steeds meer toenemen. Wij hebben dat in de loop der jaren gezien en wij zullen ons er dan ook op moeten beraden snel tot een andere oplossing te komen» Wij zijn het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 850