851
24 JUNI 1971
eens met een berekening, vastgesteld op basis van een vast bedrag per
inwoner. Wanneer de luchtverontreiniging in IJpelaar en Heusdenhout
hiermee tot het verleden zullen behoren, kunnen wij akkoord gaan met
dit voorstel, want het voorkomen van milieuvervuiling is ons heel wat
waard.
De heer ROOZEBOOM: In de discussie is gesproken over de ver
goeding aan de Grontmij, waarvan verschillende sprekers zich hebben
afgevraagd of die nu wel nodig is. In dat verband zou ik willen vragen
of wat ik hier lees en wat niet publiekelijk bekend is juist is, namelijk
dat de gemeente Tilburg voor dezelfde doeleinden, t.w. het storten
van tussen de 40. 000 en 70. 000 m3 vuil, 400. 000, -- per jaar moet
betalen, terwijl wij voor het storten van het stadsvuil in Oosterhout
250. 000, -- kwijt zijn. Zo staan er nog enkele interessante bedragen
in dit stuk, waarvan het mijns inziens goed is ze te vermelden in rela
tie tot deze hoeveelheden.
De heer VAN LOON: Ik heb nog een technische opmerking. Men
zal zich mogelijk herinneren dat ik in 1967 over het toen gesloten con
tract nogal wat opmerkingen heb gemaakt en wanneer hier dan vanavond
wordt gezegd dat wij een goed contract hebben met de Grontmij, dan
moet ik toch zeggen dat ik dat wens te betwijfelen. Ik ben namelijk
van mening dat wij in 1967 niet zo'n best contract hebben afgesloten
en vandaar misschien ook alle moeilijkheden die wij in de afgelopen
jaren hebben gehad.
Om nu te voorkomen dat wij een contract sluiten dat over enke
le jaren misschien weer moeilijkheden geeft, zou ik graag van het col
lege vernemen wat wij moeten verstaan onder een m3 zoals die in dit
voorstel wordt genoemd. Wanneer men op de ene plaats spreekt van
kubieke meters en op een andere plaats over tonnen, dan zou ik graag
willen weten en zo mogelijk in het contract vastgelegd willen zien wat
het volumegewicht is van 1 m3 huisvuil.
Wethouder MEL-ZER: Ten aanzien van de vuilverwerking zou ik
graag het volgende willen opmerken. De heer Van Overveldt heeft ge
sproken over regionale oplossingen en op dat punt kan ik het volledig
met hem eens zijn. Men is doende tot een regionale samenwerking te
komen en ik meen dat wij daarbij de vuilverwerking niet kunnen ver
geten, evenmin als bijvoorbeeld de brandweer. Voorts is er een voor
ontwerp van wet om de bodemverontreiniging tegen te gaan, maar het
zal nog wel even duren voordat dit praktische uitwerking krijgt. Aan
de andere kant zit Breda echter met het acute probleem dat het zijn
vuil moet verwerken.
Ik ben het met de heer Van Loon eens wanneer hij zegt dat hij
in 1967 al heeft gewaarschuwd dat het natuurlijk een leuke gedachte
is leemputten te graven en die te vullen met vuil, om ze vervolgens
weer netjes dicht te maken, maar dat hij voorzag dat de hoeveelheden
vuil dermate groot zouden worden dat de putten te klein zouden blij
ken te zijn, zodat het vuil er bovenop zou moeten worden gelegd. Dat
is inderdaad een van de zaken geweest die in het jonge verleden tot
moeilijkheden hebben geleid. Er heerste een jaar geleden een bijzon
der onprettige toestand en daar is toen terecht de aandacht op geves
tigd. Er was echter ook zoiets aan de gang als het verhaal van de kip
en het ei. Enerzijds werd gezegd: als jullie dat vuil netjes verwerken
kun je erop rekenen dat wij daarvoor zullen betalen, terwijl de andere