24 JUNI 1971 852 partij zei: betaal nu eerst maar eens, dan zullen wij ervoor zorgen dat het vuil netjes wordt opgeslagen. Mijns inziens kan men zo niet door gaan en zal er op een gegeven moment een oplossing moeten worden gevonden waarmee beide partijen tevreden kunnen zijn, Hoe slecht het verleden jaar ook was, sinds kort heb ik de indruk dat het vuil op be hoorlijke wijze wordt verwerkt en dat de Grontmij zodanige maatrege len treft dat gesproken kan worden van een acceptabele vuilverwerking. Wellicht kunnen wij er in de toekomst nog een interessant recreatiegebied aan overhouden, hoewel ik mij niet wil wagen aan speculaties omtrent het territoir van Bavel ten aanzien van de gemeente Nieuw-Ginneken, want ik geloof dat dat op het ogenblik een te heet hangijzer is. Zoals men wéét gaan de gedachten uit naar vuilverbranding. Er is een studie gaande in samenwerking met het stadsgewest Tilburg. Het onderwerp van die studie is de vuilverbranding, de wijze van vuilverbran ding en of het interessant kan zijn dit te doen voor een gebied van bijvoor beeld 500. 000 a 600. 000 inwoners, of dat het wellicht interessant is dit te beperken tot een regio met 200. 000 4 250. 000 mensen. Het transport speelt in deze zaak een grote rol; het is duidelijk dat het enorm veel uitmaakt of men het vuil 5 km moet vervoeren of 25 km. Wat betreft de garantie waarnaar is gevraagd kan ik zeggen dat eind december een hinderwetvergunning is verleend voor deze stortplaats. Het toezicht hierop berust bij de gemeente Nieuw-Ginneken en zeer ze ker ook bij de provincie, die deze vergunning hebben afgegeven. Ook is gesproken over de vervuiling van de Molenlei. Het is door het afge ven van de hinderwetvergunning echter niet meer mogelijk ter plaatse vloeibaar vuil te storten, die aanleiding was tot de vervuiling van de Molenlei. Er is mij gevraagd hoe het zit met de Grontmij. Ik meen dat wij op dit moment geen aanleiding hebben de Grontmij in het beklaagden bankje te zetten. Wij vertrouwen erop dat wij haar als grote maatschap pij, die zoals reeds is opgemerkt samen met de HeideMij research ver richt om tot een goede afvalverwerking te komen, toch minimaal the benefit of the doubt mogen geven. De heer Mensen heeft nog gevraagd wat de garantie is ten aan zien van het contract. Ik zou daarop hetzelfde willen antwoorden als aan de heer Van Overveldt: het college heeft voldoende vertrouwen dat de Grontmij haar woord zal nakomen nu er een regeling is getroffen en zij er van overtuigd kan zijn dat de kosten die zij maakt enigermate worden vergoed. Dat Breda bijzonder goedkoop uit is, is hier vanavond al opgemerkt. De heer Roozeboom sprak over Oosterhout, dat ons drie ton zou gaan kos ten. Wij hebben het nog eens nagerekend en gezien alle kostenstijgingen voor brandstof, automobielen, enz. zal dit bedrag momenteel zeker op 350.000, -- komen. Er is ook gevraagd wat het gaat kosten als wij het via het contract met de Grontmij gaan doen en daarmee antwoord ik tevens op de vraag van de heer Van Loon. Wij vinden het een beetje een hachelijke zaak verschil te gaan maken tussen kubieke meters en tonnen, want dat zal altijd een discutabel punt kunnen blijven. Wij geven er de voorkeur aan, aan de Grontmij een vergoeding te betalen die is gebaseerd op het aantal inwoners van Breda en dat zal neerkomen op een bedrag van nog geen 1, -- per inwoner, waaraan ik nog kan toevoegen dat Tilburg voor eenzelfde wijze van vuilverwerking 4, 50 per inwoner moet betalen. Ik meen hiermee de meeste vragen in eerste instantie te hebben beantwoord, maar als er nog iets is overgebleven hoor ik dat wel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 852