853 24 JUNI 1971 De heer VAN OS: Ik sta werkelijk stomverbaasd over het antwoord van de wethouder. Ik heb namelijk geen enkel antwoord gekregen en ik ben eigenlijk niet van plan mijn tweede instantie te gebruiken om de vragen die ik in eerste instantie heb gesteld te herhalen, om dan misschien weer een half antwoord te krijgen. Het is mogelijk dat de wethouder iets over het hoofd heeft gezien, maar ik betreur deze gang van zaken in hoge mate. Ik heb duidelijk gevraagd naar de motivering van dit contract, terwijl er een bestaand contract is dat niet is nage leefd door de Grontmij. Nu gaan wij een nieuw contract sluiten, dat ons nota bene geld gaat kosten. Dan kan de wethouder wel zeggen dat dat niet veel is en dat een ander nog meer betaalt, maar daar hebben wij geen fluit mee te maken. Wij hebben echt geen geld over in Breda en wij voelen er dan ook niets voor iemand te betalen als dat niet strikt nodig is. Ik zou dan ook graag zien dat de wethouder, misschien op uitnodiging van de voorzitter, mij - eventueel bij interruptie - antwoord geeft op de vragen die ik in eerste instantie heb gesteld en dan wil ik daar straks graag nog eens op terugkomen. Wethouder MELZER: Als u het goed vindt, mijnheer de voorzit ter De VOORZITTER: Die interruptie mag u plaatsen. Wethouder MELZER: Het oorspronkelijke contract was gebaseerd op een hoeveelheid van 40. 000 m3, terwijl De heer VAN OS: Tenminste.' Wethouder MELZER:wij er op dit moment 60.000 m3 heen brengen. Er is gepleit voor een goede verwerking van het vuil en men zal van mij wel willen aannemen dat dat geld kost, zoals alles in dit leven geld kost. De vraag van de heer Van Os over de Molenlei meen ik te hebben beantwoord, evenals de vraag over de hinderwetvergun ning en de toepassing daarvan. De heer VAN OS: En de sancties.' Wethouder MELZER: De heer Van Os moet een ding wel bedenken, namelijk dat wij niets te vertellen hebben op het grondgebied van de gemeente Nieuw-Ginneken. De verantwoordelijkheid ligt bij de pro vincie en bij de gemeente Nieuw-Ginneken; wij kunnen hoogstens melden. De heer VAN OS: Het antwoord van de wethouder heeft mij niet bevredigd. Het gaat mij slechts om het volgende. Er was een bestaand contract tussen de Grontmij en de gemeente Breda, dat ons geen cent kostte. Volgens dat contract hadden wij in Bavel ruimte voor het stor ten van tenminste 40. 000 m3 vuil. Niet ten hoogste, maar ten minste. De heer ROOZEBOOM: En het stadsvuil van de hele wereld, mag dat soms ook? De heer VAN OS: Kortom, dat kost ons geen geld. Ik heb in eer ste instantie met een citaat uit het verslag van de afdelingsvergadering getracht duidelijk te maken dat wij absoluut niet tevreden waren over

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 853