24 JUNI 1971 856 Grontmij moet zich bereid verklaren een gat te graven dat de mogelijk heid biedt er 40. 000 m3 vuil in te storten. Mt staat er en niets anders. Dat betekent dus in feite dat Breda door meer aan te bieden de ruimte die de Grontmij contractueel ter beschikking moet stellen overschrijdt en daar gaat het om. De heer VAN LOON: Ik loop de kans de discussie nog ingewikkel der te maken, maar het zal vele leden van de raad bekend zijn dat ik, vooral in de jaren 1966-1967, over enige ervaring beschikte met betrek king tot het storten van huisvuil. Ik heb in die tijd en verschillende ke ren daarna er diverse malen op gewezen dat de 40. 000 m3 die in het contract worden genoemd - en dan moet ik de heer Van Duijl toegege ven dat daarin inderdaad wordt gesproken over het maken van ruimte voor het storten van 40. 000 m3 huisvuil - niet voldoende zou zijn. De heer CRUL: Tenminste.' De heer VAN LOON: 40. 001 dan, mijnheer Crul, dan hebt u uw zin.' Ik heb van meet af aan gewaarschuwd dat de hoeveelheid huisvuil die door de gemeente Breda sinds 1967 wordt aangevoerd belangrijk groter is dan 40. 000 m3. Dan kan men vragen waarom die hoeveelheid dan in het contract is opgenomen en waarom in 1967 niet beter is om schreven wat er dan wel precies wordt aangevoerd, maar dan moet ik zeggen dat er - en dat is vandaag de dag nog het geval - geen objectieve normen bestaan om precies vast te stellen wat 1 m3 huisvuil is en dat, als ik goed ben geïnformeerd, eerst nadat de Grontmij ter plaatse een weegbrug heeft geïnstalleerd kan worden vastgesteld hoeveel huisvuil er in werkelijkheid door de gemeente Breda wordt aangevoerd. Het is dus zeker niet waar dat er nu ineens wordt geconstateerd dat er belang rijk meer huisvuil wordt aangevoerd, ik ben ervan overtuigd dat vanaf het begin de hoeveelheid aanzienlijk groter is geweest dan 40. 000 m3. Wethouder MELZER: Ik wil graag beginnen met de opmerkingen van de heren Van Duijl en Van Loon. Inderdaad is, zoals de heer Van Loon terecht zegt, destijds uitgegaan van het optimistisch idee dat men een kuil zou kunnen graven, die vullen met vuil en vervolgens een nieuwe put te graven, enz. Het bleek al direct dat de aangevoerde hoeveelheden dermate groot waren dat er zonder meer afvalstoffen over bleven die men niet kon verwerken en toen zijn de moeilijkheden be gonnen. Op dat moment is - dit aan het adres van de heren Van Os en Crul - door de vorige wethouder toegezegd dat de gemeente bereid was te betalen. De heer CRUL: Maar zonder de raad in te schakelen.' Wethouder MELZER: Er is een toezegging gedaan en ik vind dat men toezeggingen moet honoreren. Het is alleen een slepende affaire geweest, want de een stelde "als jullie betalen maken wij het prima in orde", terwijl de ander stelde "als je het netjes maakt zullen wij betalen", maar er is een toezegging gedaan dat er zou worden betaald voor de meerdere hoeveelheid. De heer CRUL: Mag ik even een interruptie plaatsen? Het gaat nu mijns inziens toch wel een rare kant uit, want ih de vergadering van 5 oktober was daar nog geen sprake van. Wanneer is die overeenkomst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 856