m 861 24 JUNI 1971 20. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET VAST STELLEN VAN EEN VERORDENING OP LOGEER- EN/OF KAMERVER- HUURINRICHTINGEN. Mejuffrouw PAULUSSEN: In de schriftelijke vraagstelling naar aanleiding van de behandeling van de begroting zijn door een van on- i ze fractieleden vragen gesteld over de op handen zijnde logeerverorde- ning. Het verheugt onze fractie dat deze logeerverordening thans in concept voor ons ligt. Wij vinden dit een zeer goede zaak, met name omdat uit het door de stichting Bijstand Buitenlandse Werknemers West- Brabant ingestelde onderzoek is gebleken dat er in diverse logeer- en kamerverhuurinrichtingen in de stad wantoestanden bestaan, speciaal daar waar buitenlandse en andere migrerende werknemers zijn onder gebracht. Het is dan ook bijzonder belangrijk dat wordt gepoogd daar in voor deze categorie mensen verbetering te brengen. Voorts zouden wij speciaal aandacht willen vragen voor het feit dat in gevallen dat er mensen op straat komen te staan wanneer als ge volg van deze verordening tot sluiting en ontruiming van inrichtingen moet worden overgegaan, zoals u ook in het voorstel schrijft. Wij spre ken de hoop uit dat de stichting Huisvesting Migranten in dergelijke gevallen snel en actief hulp zal kunnen verlenen. Tenslotte verwachten wij dat van deze verordening een stimulans zal uitgaan naar die inrich tingen die op dit moment nog onvoldoende accommodatie en service bieden Wij vragen het college en met name de wethouder van sociale zaken en zijn medewerkers dan ook hieraan de grootst mogelijke aan dacht te besteden. Wij gaan van harte akkoord met dit voorstel. De heer BARIJ: Ook wij zijn erg tevreden met het feit dat er thans een logiesverordening komt in de gemeente Breda, waardoor naar wij hopen de gewenste verbeteringen gerealiseerd zullen kunnen worden, zodat een stuk welzijn van mensen die op logeerruimte zijn aangewe zen wordt verbeterd. Gaarne zouden wij nog enkele aantekeningen maken bij dit voor stel en wel de volgende. Het lijkt ons niet gewenst dat Breda met deze verordening in een geïsoleerde positie komt te verkeren temidden van de plaatsen die migranten huisvesting moeten bieden. Wij adviseren u derhalve deze verordening ter kennis te brengen van de besturen van de gemeenten die door de stichting Huisvesting Migranten worden be streken, met het verzoek te bezien of het mogelijk is deze verordening over te nemen. Een tweede kanttekening die ik wil maken is deze, dat in deze verordening de logeerruimten en de kamerverhuurinrichtingen worden omschreven als "gebouwen waarin bij wijze van bedrijf of nevenbedrijf ruimte wordt aangeboden", om het kort weer te geven. Het zou in de praktijk kunnen blijken dat deze omschrijving te eng is, waarbij ik met name denk aan diegenen die ruimte aanbieden zonder daarvan een bedrijf of nevenbedrijf te maken. Ik verzoek het college te dezer zake diligent te zijn en, zo mijn veronderstelling dat deze omschrij ving te eng is juist blijkt, te streven naar een betere omschrijving. De heer JANSEN: Wij zijn uiteraard bijzonder blij met dit voor stel, maar ik zou daar toch nog enkele vragen over willen stellen. In de korte samenvatting staat dat een vergunning geweigerd kan worden indien de aanvrager of de beheerder niet zelf in het gebouw woont. Het is mij bekend dat er meerdere mensen zijn die meerdere panden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 861