863 24 JUNI 1971 en dat is wantoestanden te lijf te gaan en een bijdrage te leveren aan het, zoals iemand het noemde, welzijn van o. m. de buitenlandse werk nemers. In de praktijk zal moeten blijken wat wij niet met deze veror dening kunnen doen en dan zullen wij ons erop moeten bezinnen hoe de situatie in dat geval moet en kan worden aangepakt. Wij zullen dus inderdaad, zoals de heer Barij heeft gezegd, attent moeten blijven op de tekst, opdat deze niet veroudert of onbruikbaar wordt. Mejuffrouw Paulussen heeft aandacht gevraagd voor de problemen die kunnen optreden bij sluiting. Natuurlijk doen wij dat, maar sluiting van een bepaald pension brengt natuurlijk niet meteen automatisch met zich mee dat er mensen op straat komen te staan. Ook in het verleden is het al voorgekomen dat wij op grond van de bouwverordening de be slissing moeten nemen bepaalde pensions te sluiten, d. w. z. wij stelden eisen waaraan sommigen niet wensten te voldoen, wat tot gevolg had dat wij tot sluiting moesten overgaan. Ik heb de hoop dat er, nu deze veror dening op het punt staat geboren te worden, toch nog een aantal pension houders zal zijn die medewerking zullen verlenen, niet uit liefdadigheid, maar ook op zakelijke gronden, want een half ei is nog altijd beter dan een lege dop. De winst zal misschien wat minder worden als men het be ter moet doen, maar er zal mijns inziens nog altijd winst overschieten, dus ik hoop dat er toch nog, zij het met enige aandrang, medewerking zal worden verleend door die pensions die niet goed zijn. Bovendien hebben wij geconstateerd dat er geen mensen op straat komen te staan wanneer er pensions worden gesloten, omdat er ook nog een mogelijk heid bestaat van verschuiving en het betrekken van een ander pension. In dit verband is het misschien interessant op te merken dat, toen ik zat te praten met de pensionhouders, deze blij waren met deze veror dening, in de eerste plaats omdat daardoor de oneerlijke concurrentie zou afnemen, maar ook omdat zij bang waren dat de gemeente zelf, i. c. via de stichting Huisvesting Migranten, ook pensions zou gaan exploiteren, want er was nog ruimte in de goede pensions voor de huis vesting van buitenlanders. Tenslotte kan ook de stichting Huisvesting Migranten, eventueel in samenwerking met de stichting Centrale Dienst verlening uit Limburg, in voorkomende gevallen hulp bieden. De heer Barij heeft gevraagd of het niet gewenst zou zijn dat Breda zijn verordening ter kennis brengt van andere gemeenten. Ik vind het eerlijk gezegd een beetje verwaand om tegen een andere gemeente te zeggen "wij hebben een verordening, hier is ze en gebruik haar maar". Ik heb er natuurlijk geen bezwaar tegen als zij gebruikt wordt, maar ik wil er wel aan herinneren dat enkele weken geleden provinciale staten een voorhanden zijnde verordening van de gemeente Vlijmen naar alle gemeenten in de provincie hebben gestuurd - zij hebben dus niet zelf een verordening gemaakt - met het verzoek te bewerkstelligen dat er in elke gemeente een dergelijke verordening komt. De heer Jansen heeft gevraagd of er voor een pension geen vergun ning kan worden verkregen als de beheerder niet zelf in het gebouw woont. Dat staat niet in de verordening. Daarin staat dat burgemeester en wet houders de vergunning kunnen weigeren als de beheerder niet in het pand woont, maar ik kan mij voorstellen dat er goede pensions zijn van ie mand die vier pensions beheert en zelf niet in het pand woont. Dat zijn dingen die incidenteel van geval tot geval moeten worden bekeken. Hij heeft ook gevraagd hoe het gaat met de mensen die op dit moment nog geen vergunning hebben. Op dit moment is er echter nog niemand die een vergunning heeft, dat is het nieuwe van de verordening.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 863