867 24 JUNI 1971 begrijp.' De VOORZITTER: Ik begrijp dat die inmiddels is afgeschaft. Wethouder VAN DUN: Bovendien, nogmaals, wij bouwen niet. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 28. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VERKOOP VAN EEN WONINGWETWONING. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 29. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR HET TREFFEN VAN VOORZIENINGEN AAN HET BRAAKLIGGENDE TERREIN BEYERD- VLASZAK. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Allereerst heb ik nog een vraag aan de wethouder, die mij in de afdelingsvergadering is ontschoten. Bij de tekening van de dienst Beplantingen is een bestek gevoegd, waarin o. m. staat: "Het rooien en herplanten van negen linden uit de Dr, Struyckenstraat"Betekent dit dat men van plan is op korte termijn te beginnen met het rooien van bomen in de Dr. Struyckenstraat? Dan het volgende. Het voorstel voorziet in de aanleg van par keerruimte voor 377 auto's. Nu zijn wij er van verschillende kanten op gewezen dat er in de omgeving al veel parkeerruimte is, o.a. op de Oude Vest en het Chasséveld, en dat het daarom wellicht aanbeve ling verdient dit terrein groen te houden. Behalve de op de tekening aangegeven groenvoorziening zou men dan het middenveld kunnen egaliseren en er wild gras op laten groeien, dat eventueel regelmatig zou kunnen worden gemaaid. Niettemin achten wij de wenselijkheid van parkeerruimte aan de rand van de binnenstad bijzonder groot, omdat wij de binnenstad zelf graag bevrijd zouden willen zien van geparkeerde auto's. Daarbij denk ik met name aan de Grote Markt en ik zou dan ook een verbin ding willen leggen tussen het voorgestelde parkeerterrein op het Beyerd- terrein en een parkeerverbod op de Grote Markt. Gaarne zou ik van het college vernemen of het deze zienswijze kan delen en welke plan nen er in concreto bestaan voor het al of niet autovrij maken van de Grote Markt en het treffen van groenvoorzieningen aldaar. De heer VAN MERKOM: Bij nader beraad in onze fractie is ook bij ons de vraag naar voren gekomen of het inderdaad wel zo wenselijk is weer een groot parkeerterrein te maken, terwijl vrij dicht in de nabij heid al een groot parkeerterrein bestaat, waar weliswaar wat auto's staan maar dat toch niet geheel gevuld is. Wij zouden dan ook willen vragen in hoeverre de behoefte aan parkeervoorzieningen op deze plaats is nagegaan. Voorts vragen wij ons af waarom het zo lang heeft moeten duren voordat dit plan ter tafel kwam, alsmede of de kosten van de groenvoor ziening in overeenstemming zijn met de financiële situatie van de ge meente. Er zal in die hoek van de binnenstad langzamerhand nog wel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 867