868 24 JUNI 1971 meer "bloot" komen. Is het plan zodanig opgezet dat mogelijkheden tot uitbreiding van deze situatie aanwezig zijn? Tenslotte ben ik met mevrouw Van Nes van mening dat er meer groen moet komen in de binnenstad. Bomen vormen namelijk niet al leen een prettig gezicht, zij zijn ook - wij horen het steeds vaker - noodzakelijk voor ons milieu. De heer VAN CAULIL: In de afdeling was het vrij eenvoudig, daar heeft mevrouw Van Nes alleen gevraagd naar de mogelijkheid van een uitrit van het parkeerterrein in de richting van de Pasbaan. Ik meen dat die vraag toen door alle leden van de afdeling is ondersteund en ik zou dan ook gaarne vernemen van het college of deze mogelijkheid inderdaad aanwezig is. De wethouder heeft toen gezegd dat hij het zou onderzoeken. Daarnaast wil ik het college graag in overweging geven goed na te denken over hetgeen hier nu naar voren wordt gebracht. Het is na tuurlijk leuk om veel groen te hebben, maar wij moeten ook denken aan de bereikbaarheid van het voetgangersdomein voor de neringdoen den. Parkeerruimte in de naaste omgeving daarvan is zó broodnodig dat ik u dit heel duidelijk onder uw aandacht wil brengen. De heer VON SCHMID: Wanneer men op bepaalde uren van de dag in dat gebied komt, zal men zien dat het parkeerterrein helemaal vol staat, evenals het nu nog braakliggende veld. Ik geloof dan ook dat de behoefte aan parkeerruimte, zeker op bepaalde uren van de dag en op speciale dagen - marktdagen -, zonder meer vaststaat. Verder kan ik mij wel aansluiten bij de woorden van de heer Van Caulil wan neer hij zegt dat het plezierig is om met de auto zo dicht mogelijk bij de binnenstad te kunnen komen, waar dan inderdaad een voetgan gersdomein is. Ik vrees echter dat wanneer men dit terrein daarvan uitzondert, voor een heleboel mensen die naar het voetgangersdomein willen het parkeren nog moeilijker zal worden. Wethouder VAN DUN: Ik wil beginnen met de beantwoording van enkele exacte vragen. De heer Van Caulil heeft gevraagd hoe het zit met de uitrit van het parkeerterrein naar de Pasbaan, een vraag die door mevrouw Van Nes al in de raadsafdeling was gesteld. Die uitrit kan worden gerealiseerd, het betekent alleen het opofferen van een paar parkeerplaatsen. Mevrouw Van Nes heeft verder gevraagd naar het rooien van bo men in de Dr. Struyckenstraat, waarvan sprake is in het bestek. Deze bomen zullen pas worden verplaatst als de reconstructie van de Dr. Struyckenstraat wordt uitgevoerd. Ze worden er dus niet op voorhand al neergezet. De heer Van Merkom vervolgens vraagt zich af of dit voorstel te rijmen valt met de financiële toestand van de gemeente. Ik meen in dit verband te mogen verwijzen naar het betoog dat de voorzitter van deze raad de vorige keer heeft gehouden over de inpasbaarheid in de hele financiële situatie en dan ziet men dat dit niet valt onder de prioriteitenlijst. Wij kunnen het wel goedkeuren, maar wanneer het zal worden gerealiseerd zullen wij nog moeten bekijken, ook in het kader van de hele financieringsproblematiek. Hij is voorts van mening dat het nogal lang heeft geduurd voor dat dit voorstel kwam. Dit hangt samen met zijn vorige opmerking. Ik meen dat ik de afdeling heb meegedeeld dat, op verzoek van enkele leden van de raad en van het comité Behoud Binnenstad, deze zaak is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 868