872 24 JUNI 1971 verwarming is eigenlijk wel of er een onderzoek is ingesteld naar de oorzaken van het feit dat deze centrale wijkverwarming een zo slechte zaak is geworden. Als dat onderzoek heeft plaatsgevonden, welke maat regelen zijn er dan genomen? De VOORZITTER: Ik moet de heer Van Os erop attenderen dat hij van dit agendapunt gebruik maakt om het probleem veel breder aan de orde te stellen dan in onze bedoeling lag. Ik kan mij voorstellen dat de wethouder deze gegevens op dit moment niet allemaal voorhanden heeft. De heer VAN OVERVELDT: Namens mijn fractie wil ik graag ver klaren dat wij blij zijn dat deze reeds lang slepende kwestie tot een voor alle partijen bevredigende oplossing is gebracht. Wij vertrouwen dat er zich in deze kwestie geen moeilijkheden meer zullen voordoen en dat zich in de toekomst ook geen problemen als de onderhavige meer zul len aandienen. De heer FROGER: Ik zou de wethouder nog een vraag willen stellen over de berekening bij de wijziging. Ik heb daarbij namelijk niet aan getroffen enige terugbetaling van de zijde van de installateur, die de installatie naar ik aanneem heeft gebouwd na 1963. In de aanhef van het stuk staat namelijk "reeds gedurende enkele jaren". Zo dit na 1963 is geschied, zijn op de installatie van toepassing - als ik mij niet vergis is de installateur aangesloten bij de organisatie van verwarmingsinstallateurs - de algemene leverings- en betalings voorwaarden van de A. C. I.waaruit ik twee korte zinnetjes wil cite ren. In artikel 11 betreffende de garantie staat, dat de installatie aan redelijke eisen van bruikbaarheid en deugdelijkheid moet voldoen. Ar tikel 12 handelt over de aansprakelijkheid. Daar staat: "De beperking van de aansprakelijkheid - die gaat daaraan vooraf, die is namelijk i deel van de kosten - geldt niet ingeval de schade veroorzaakt is door opzet of grove schuld van de opdrachtnemer zelf'. Wij mogen wel aan nemen dat dit niet het geval is. Gaarne zou ik van de wethouder vernemen in hoeverre de instal lateur is aangesproken om mee te betalen in de kosten die nu ontstaan om de zaak bruikbaar te maken. Wethouder MELZER: De heer Van Os heeft, zoals reeds door de voorzitter naar voren is gebracht, de totale problematiek van de cen trale wijkverwarming aan de orde gesteld. Ik kan hem meedelen dat hij waarschijnlijk in de oktobervergadering een volledig rapport kan verwachten over de situatie inzake de centrale wijkverwarming in Bre da, ook wat de corrosie betreft. Het rapport daarover is pas binnenge komen, het wordt nu uitgewerkt en zal tegelijkertijd aan de raad worden aangeboden. Dat het niet in september is, is een gevolg van het feit dat ik dan met vakantie ben. Ik hoop dat de heer Van Os met deze toezegging genoegen wil nemen. De woorden van de heer Van Overveldt wil ik graag onderschrijven. Wat betreft de aansprakelijkheid van de aannemer is een verzoek uitgegaan naar de directeur van het energie- en waterbedrijf om alle zaken te signaleren waarbij sprake zou kunnen zijn van een afwijking van het bestek, zodanig dat dit tot schade of nadeel aanleiding zou kunnen geven. Tenslotte nog een opmerking aan het adres van de heer Van Os.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 872