89 9 FEBRUARI 1971 deze aangelegenheid ter sprake kwam, niet heeft willen medemaken. Het motief zou zijn dat men zich niet wil vastleggen aan politieke beslissingen welke in dit overleg zouden worden genomen. Mijnheer de voorzitter, ik ben van mening dat de voorzitter van de PAK- fractie, die de agenda's en de verslagen van dit overleg heeft ge kregen en zelf ook toch een- of tweemaal aanwezig is geweest, thans toch ook wel tot de overtuiging zal moeten komen dat in dit zakelijk overleg geen enkele politieke beslissing wordt genomen en zelfs niet in enige richting wordt gesuggereerd. Het gaat hier alleen om onderwerpen welke de goede gang van zaken met betrekking tot de werkwijze van de raad kunnen bevorderen. Ik zou het daarom ook bijzonder op prijs stellen, als alle thans gevormde fracties aan dit overleg deelnemen en dat de heer Crul de discriminerende woor den welke hij destijds heeft geuit met betrekking tot dit overleg zou willen terugnemen. Dit kan een goede gang van zaken alleen maar bevorderen en mogelijk komen wij dan, in overleg met U als voor zitter van de raadj tot een besluitvorming t. a. v. vergaderfrequentie, lengte van de agenda's, aanvang- en sluitingstijden enz., waarmede allen zijn gebaat. Ik kom thans aan het: FINANCIEEL BELEID. Het tot dusver sedert 1960 gevolgde beleid om te komen tot een sluitende begroting, waarbij handhaving van een redelijk goed ver zorgingsniveau wordt gewaarborgd, heeft ook voor de thans voorlig- ende begroting onze volle instemming. Wel willen wij t. a. v. enkele ekkingsmiddelen een kritische opmerking plaatsen. Allereerst geldt deze kritiek niet uw college, doch de centrale overheid, welke het de gemeenten steeds moeilijker maakt om tot een behoorlijk ver antwoord financieel beleid te geraken. Was aanvankelijk nog ge dacht dat het wetsontwerp tot wijziging van de Financiële Verhou dingswet 1960 ons enig soelaas zou brengen, de uiteenzetting welke U geeft op bladzijde 9 van de nota van aanbieding doet ons zien dat de ongewijzigde wet zelfs gunstiger voor Breda zou werken. Schrijnend is dat de vier grote steden: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, welke enige jaren met niet-sluitende begro tingen hebben gewerkt, thans grotendeels met de extra voeding van het gemeentefonds gaan slepen. Een premie op een niet al te zuinig beleid! Voegt men hier nog bij de onzekerheden in de uitkerings normen voor het basis-onderwijs, de veel te late uitkering met be trekking tot het buitengewoon onderwijs (b. 1. o.dan is een woord van ernstige kritiek op "Den Haag" zeker op zijn plaats. Wij houden ons ervan overtuigd dat uw college terzake diligent blijft en zo nodig in samenwerking met de Vereniging van Neder landse Gemeenten zal doen wat mogelijk is. Wat betreft de eigen inkomsten van de gemeente zijn wij met uw college van mening dat deze minimaal in gelijke mate dienen te stijgen als de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Met uw motivering op bladzijde 13 van de nota van aanbieding t..a.y. de noodzaak tot verhoging van de tarieven van bepaalde dienstver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 89