901 24 JUNI 1971 artikel 78 van de gemeentewet - een gesprek gehad. Als wij daarvan echter verder niets horen noch daarop enige invloed hebben, is het - ook op dit moment al - eigenlijk niet juist. Daarom heb ik de concre te vraag gesteld of de mogelijkheid bestaat vanuit deze raad en van uit onze positie als aandeelhouder vanaf vandaag invloed uit te oefe nen op het beleid van het Turfschip. U hebt hierop nog geen antwoord gegeven. Of onze invloed moet blijven duren is nog de vraag, maar omdat er nu een begin met het herstel gemaakt moet worden lijkt mij die in vloed voorlopig nog noodzakelijk. Evenmin heb ik antwoord gekregen op mijn vraag over de heer Van Ri jck.evorselIk kan deze vraag nergens anders stellen dan in de ze raad, omdat ik in de raad van commissarissen geen zitting heb. Ik kóm er ook niet in. De VOORZITTER: Het zou anders een mogelijkheid zijn om direct invloed op het beleid uit te oefenen, mijnheer Cr .1, De heer CRUL: Dat is niet gebleken, want degenen die daartoe in staat waren zijn ook vertrokken en hadden daartoe blijkbaar ook geen mogelijkheid. Mijn vraag zou ik daarom graag nog eens herhalen. Het is immers voor ons van belang de inzichten van de heer Van Rijcke- vorsel te kennen. Hij is - zoals blijkt uit de publikaties - uit de raad van commissarissen verdwenen, omdat hij het niet eens was met het rapport dat wij nu gaan bestuderen. Zoals de heer Von Schmid al zei staan wij eigenlijk met de rug tegen de muur en kunnen wij geen andere beslissing nemen dan die tot steun aan dit voorstel. U hebt ons dat bijzonder duidelijk uiteengezet. Namens de P. A.K. -fractie moet ik dus wel zeggen dat wij met het voorstel akkoord moeten gaan. Wij willen daarbij echter wel duidelijk stellen dat het zeer moeilijk zal zijn mee te gaan met het voorstel, dat in september of oktober nog opnieuw aan ons zal worden voorge legd, tenzij wij op dat moment kunnen beschikken over meer concrete en vooral reële plannen voor de toekomst, met name voor het laatste kwartaal van dit jaar. Mejuffrouw PAULUSSEN: Op dit moment voel ik mij enorm mach teloos en ondanks een dreigend verwijt niet zakelijk te zijn wil ik toch nog enige opmerkingen maken. Ik vind het namelijk eerlijker dit niet alleen na afloop van de vergadering maar ook in het openbaar naar vo ren te brengen. De wijze waarop van de zijde van het college antwoord gegeven is op zeer indringende en scherpe vragen vanuit de raad acht ik zeer onbevredigend. Ik heb het gevoel dat opnieuw op een grandioze ma nier bepaalde zaken toegedekt en verdoezeld worden, Voor mijn ge voel sta ik niet alleen met mijn rug tegen de muur, maar met een pistool op mijn borst. D4t is mijn gevoel van machteloosheid. De heer AMERICA: Waarschijnlijk heeft wethouder Melzer mij niet begrepen toen ik zei, dat voor mijn gevoel de doodsklok luidde. De heer Von Schmid zei daarover bovendien, dat men iets dergelijks misschien wel kan vragen doch dat men van het college niet kan ver wachten dat het dit zal zeggen ook al zou het college het denken. Waarschijnlijk is mijn opmerking zelfs helemaal niet begrepen, zodat ik haar nu als volgt wil toelichten. Wil het Turfschip als congres-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 901