906
24 JUNI 1971
De heer VON SCHMID: Wij steunen dit voorstel.
De heer KROON: Ook wij steunen dit voorstel, al is dat met pijn
in het hart.
De heer VAN OS: Ik sluit mij graag bij het voorstel van de heer
Roozeboom aan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het voorstel van de
agenda af te voeren en het opnieuw te agenderen na de beraadslagingen
in september.
De VOORZITTER: Dames en heren. Het is twaalf uur. Stoppen
wij, of zetten wij de vergadering voort?
De heer AMERICA: Ik heb de indruk dat de subsidie aan het j. a.c.
een heel gemakkelijke zaak is, gezien de voorbesprekingen. Deze men
sen zijn al heel lang teleurgesteld en ik zou graag willen dat hierover
eens beslist werd.
De VOORZITTER: Ik neem de suggestie van de heer America graag
over. Ik had er eigenlijk wel op gerekend. Ik geloof echter dat de raad
wel aan zichzelf verplicht is de behandeling van het voorstel kort te la
ten duren.
43. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREK
KING TOT DE DIENSTVERLENING DOOR DE GEMEENTELIJKE GE
NEESKUNDIGE EN GEZONDHEIDSDIENST AAN DE GEMEENTEN IN
DE REGIO.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt con
form het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
44. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE
SCHIKBAARSTELLEN VAN SUBSIDIE TEN BEHOEVE VAN HET IN
OPRICHTING ZUNDE JEUGDADVIESCENTRUM.
Mevrouw jaGER- MIDDELBEEKVooralsnog is er voor dit project
van het rijk geen subsidie te verwachten. Onze fractie is van mening
dat dit wel het geval zou moeten zijn, maar dat zal wel niet veel hel
pen.
De gemeente zal het geheel, voorlopig voor twee jaren, moeten
subsidiëren, omdat men - terecht - van mening is dat deze twee jaar
als experiment gezien moeten worden. Onze fractie is van mening dat
het j. a. c. de kans moet krijgen zich waar te maken. Het zal een brug
moeten slaan naar de jongeren die zich met hun noden en problemen
vaak niet durven te melden bij de reeds bestaande instellingen.
Onze fractie vraagt zich echter wel af of het niet nuttig zou zijn
de vele reeds bestaande en vaak fors gesubsidieerde instellingen, die
veelal juist voor de jongeren in het leven geroepen zijn, eens door te
lichten of eens te bezien of deze nog wel aan hun doel beantwoorden.
Het zijn er ongeveer twintig, een aantal dat men toch niet gering kan
noemen.
Omdat er een bedrag beschikbaar is voor het j. a. c. wil onze
fractie met het voorstel meegaan. Ook wij weten dat - helaas - de