910 24 JUNI 1971 zijde 2, de 3de zinsnede "het bepalen van het beleid in samenwerking met de staf en het bestuur van het stedelijk jeugd- en jongerencentrum" te laten vervallen. Aansluitend op de tweede aanbeveling van de heer America zou ik de bestuursbevoegdheid van de begeleidingscommissie, gedelegeerd vanuit het stedelijk jeugd- en jongerencentrum in het huishoudelijk reglement willen regelen. Ik geloof dat er dan geen misverstanden zul len ontstaan. Het eigen gezicht van het jeugdadviescentrum naar bui ten zal duidelijk zijn, de adolescenten zullen het herkennen. Wethouder VAN DUN: Ik geloof dat het j. a. c.gezien zijn voor geschiedenis binnen het ambtelijk apparaat en daarbuiten, een ruime re behandeling verdient dan wij nu van pi an zijn. Inderdaad prevaleert echter het geven van zekerheid aan de mensen die er zolang mee be zig zijn geweest. Ik sluit mij daarom aan bij het verzoek het kort te houden, gerustgesteld door het weten dat de voorbehandeling vrij uit voerig is geweest. Een aantal sprekers heeft dezelfde opmerkingen gemaakt. Me vrouw jager heeft, evenals de heren Mensen en America gezegd dat het een wat droeve zaak is dat het rijk in dezen niet subsidieert. De heren America en Mensen hebben het college uitgenodigd die subsidie alsnog bij c. r. m. te bepleiten. Ik zeg dat graag namens het college toe. Ik geloof ook dat de heren Kramer en Kroon zich daarbij zullen aansluiten. Zowel de heer America als mevrouw Jager hebben opgemerkt dat er zoveel instellingen zijn die bijna hetzelfde werk doen als het jeugd adviescentrum. Gevraagd is of die niet eens doorgelicht moeten worden. De heer America heeft daarvoor eigenlijk een oplossing aan de hand gedaan. In het jeugdadviescentrum hebben wij eigenlijk een checkpoint ten aanzien van het functioneren van de instellingen waarnaar verwezen zal moeten worden en die zullen moeten adviseren. Op deze manier zal die doorlichting en het op waarde toetsen in verband met het verstrek ken van subsidie zeker plaatsvinden. Mevrouw Jager heeft gevraagd of de raad per kwartaal geïnfor meerd kan worden. Ook de heer Kramer heeft daarnaar gevraagd. Mijns inziens moet de mogelijkheid blijven bestaan de raad, of in ieder geval de raadsafdeling, in te lichten over de voortgang van het werk, het systeem van werken en de financiële consequenties. Mevrouw Van Nes heeft gevraagd of het j. a. c. morgen kan be ginnen als wij vanavond dit voorstel goedkeuren. In principe kan dat niet, want ook dit voorstel heeft de goedkeuring van gedeputeerde sta ten nodig. Wij hebben echter goede hoop, omdat hier geen financierings- kwestie aan de orde is, maar alleen een begrotingswijziging. De heer America heeft naast zijn opmerking betreffende een ac tie van het college naar c. r. m. en de doorlichting van de aanpalende instellingen een aanbeveling gedaan in de richting van de begeleidings commissie van het jeugd- en jongerencentrum om te komen tot het in stellen van een evaluatiegroep, die kennelijk niet identiek mag zijn aan de begeleidingscommissie, maar het experiment van een afstand zal volgen en informatie zal geven. Ik kan de heer America vertellen dat die evaluatiegroep eigenlijk al begonnen is, binnen het ambtelijk apparaat. Ik weet niet of de suggestie van mejuffrouw Paulussen, aanslui tend op een opmerking van de heer America, betreffende de relatie met het jeugd- en jongerencentrum en het huishoudelijk reglement, in concreto gevolgd zal kunnen worden. Ik weet niet welke consequenties

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 910