911 24 JUNI 1971 dat zou hebben. Die relatie moet echter zeker in het huishoudelijk reglement ingebouwd worden. De bedoeling van het jeugd- en jonge rencentrum is geen bemoeienis te hebben met het beleid van het j. a. c. Ik geloof dat de koppeling aan het j. a. c.die door de heer Mensen wordt betreurd, een goede zaak is om het experiment mogelijk te ma ken. De heer Kramer heeft gevraagd of de personeelsleden - er is slechts één personeelslid - na twee jaar op straat kunnen komen te staan. Dat is niet het geval, want de functionaris staat op de loonlijst van het jeugd- en jongerencentrum. Bij een eventuele mislukking van het experiment kan hij in de organisatie van het jeugd- en jongerencentrum worden opgenomen. De heer Kramer vroeg zich af of er nog jongeren zijn die dat j. a. c. niet nodig hebben. Voor hetzelfde geld kan ik de heer Kramer vragen of er nog mensen zijn die niet lid zijn van Sprint, Ik geloof niet dat het om de jongeren gaat, maar met name om de maatschappij die zich op dit moment ontwikkelt in relatie met die jeugd, die het hand vat, die wegwijzer net nodig heeft. Ik geloof dat er in het verleden al genoeg stukken gemaakt zijn omdat dit soort instituten niet bestaat en van de zijde van het college wil ik op de heer Kramer een beroep doen de huiver voor dit experiment te doen varen. Misschien kan dit experi ment over twee jaar gezien 175. 000, kosten, maar ik geloof dat wij dat moeten aandurven, in de programma's van de politieke partijen in deze raad staat toch ook duidelijk dat men het experiment moet aan durven, zonder dat men van tevoren concreet en zeker weet dat het gun stig zal uitpakken. Overigens moet ik zeggen dat wij het experiment met graagte aangaan, omdat die diepgaande studie er indertijd geweest is. Die stu die was gekoppeld aan onderzoeken in den lande en in de gemeente Breda en werd verricht door de genoemde instellingen en mensen die men deskundig mag noemen. De heer Kramer heeft gevraagd of het j. ac. niet kan beginnen onder de g. g. en g. d.die toch ook deskundigen heeft. Ik geloof juist dat men moet starten met het uitgangspunt dat de identiteit van het j. a. c. niet van te voren bepaald mag kunnen worden. Die jongere die naar het j. a. c. gaat moet dat j. a. c. zien als een zaak met vrij entree en zonder historische of sociaal gerichte achtergrond. Ik wil hiermee niet zeggen dat geen gebruik kan worden gemaakt van de deskundigheid van de g, g. en g. d.integendeel. De raad zal tijdig een gedetailleerd inzicht krijgen. Over de huur, die door de heer Kramer te hoog gevonden werd, kan men van oordeel verschillen. Het college meent dat die huur inpasbaar is in de begroting van het j. a. c. die hiermede aan de raad wordt voorgelegd. Mejuffrouw PAULUSSEN: De wethouder heeft gesteld dat het niet de bedoeling is van het jeugd- en jongerencentrum te treden in het be leid van het j, a. c. In verband hiermee zou ik dringend willen verzoe ken die alinea te schrappen. Er staat toch nadrukkelijk: "het bepalen van het beleid in samenwerking met staf.met de suggestie een eventuele delegatie van bestuursbevoegdheden te regelen in het huishou delijk reglement. Het idee van de evaluatiecommissie zou ik willen ondersteunen. De samenstelling uit het ambtelijk apparaat is naar mijn gevoel echter te eng. Misschien kunnen wij daarop in de afdelingsvergadering eens terugkomen, ik wil deze discussie namelijk niet ophouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 911