913
24 JUNI 1971
Wethouder DE RAAFF: Ook ik wil bij wijze van uitzondering eens
gebruik maken van de rondvraag. Het komt niet vaak voor, maar het
is in de geschiedenis toch wel eens gebeurd, naar ik mij heb laten
vertellen. Het is natuurlijk geen vraag van de raad aan het college,
maar van het college aan de raad, ofwel een mededeling en een vraag.
Blijkens verkregen informatie van het ministerie van Binnenland
se Zaken en berichten in de vakbladen zal binnenkort een circulaire
aan de gemeentebesturen worden gezonden over de herziening van het
bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren, B.B, R, A,met het
verzoek deze overeenkomstig toe te passen voor het gemeenteperso-
neel. In het kort komt deze herziening neer op het schrappen van een
aantal schalen voor de lagere bezoldigde ambtenaren en het invoeren
van een vijftal nieuwe schalen, benevens de inpassing van het perso
neel vanuit de oude in de nieuwe schalen, ook voor die ambtenaren
die tot nu toe volgens de loongroepen werden betaald. Dat is de zo
genaamde integratie van de bezoldiging van de handarbeiders in de
ambtenarenschalen.
Er wordt naar gestreefd deze maatregel op zo kort mogelijke
termijn te verwerken en de salarissen zoveel mogelijk in juli of zo
nodig in augustus overeenkomstig de nieuwe inpassing uit te betalen.
De beschikking is echter nog niet binnen, zodat wij de raad nog geen
afgewerkt voorstel kunnen aanbieden. Wij verzoeken de raad derhalve
om, vooruitlopend op de definitieve vaststelling van de wijziging van
de bezoldigingsverordening, de salarissen zoveel mogelijk volgens de
nieuwe richtlijnen te doen uitbetalen.
De VOORZITTER: Ik stel vast dat de raad hiermee akkoord gaat.
De VOORZITTER sluit hierna te 00. 35 uur de vergadering.
Druk: B. S, W. -Breda.