12 AUGUSTUS 1971 928 De betrokken ambtenaren en officieren zijn-, de directeur van het Rijksinstituut voor de zuivering van afval water; de bevoegde inspecteur van de volksgezondheid, belast met het toezicht op de hygiëne van het milieu; de kwartiermeester-generaal van de Koninklijke Landmacht en de inspecteur der opleidingen. VRAAG, (gesteld in de raadsvergadering van 17 juni 1971) De heer SANDBERG merkt op: In De Stem van 8 juni 1971 stond een artikel over de landbouwschuur tegenover café 't Stoombootje. Ik heb het mij nogal aangetrokken dat deze schuur er op het ogen blik zo uit moet zien; ik ben bang dat die binnenkort helemaal tegen de vlakte gaat. Ik verzoek het college te overwegen het voor stel van 16 oktober 1969 opnieuw in de raad te brengen, opdat wij er nog eens uitvoerig over kunnen discussiëren. ANTWOORD. In de vergadering van 16 oktober 1969 - bijlage nr. 309 - heeft ons college de raad het voorstel gedaan ten behoeve van de res tauratie van de landbouwschuur aan de Heilaarstraat 235, een ge meentelijk subsidie toe te kennen van 13.484,--. Naar aanlei ding van de in de raad gevoerde discussie besloot ons college het voorstel aan te houden totdat meer duidelijkheid zou zijn verkre gen of de voorgenomen reconstructie van de Heilaarstraat gereali seerd kon worden. Een en ander was afhankelijk van de goedkeuring van het bestemmingsplan Princenhage-Noord 1966 waartegen beroep was ingesteld. Het bestemmingsplan Princenhage-Noord 1966 is inmiddels onher roepelijk geworden. Bij K. B. van 6 mei 1971 heeft de Kroon enkel goedkeuring onthouden aan de op de kaart aangegeven dwarsprofielen van de te reconstrueren Heilaarstraat, aan de langs deze straat ge legen bebouwingsgrenzen en aan artikel 8, lid 2 van de bebouwings voorschriften. Daar het bouwplan van de schuur in overeenstemming is met genoemd bestemmingsplan dient de destijds aangehouden bouwvergunning te worden afgegeven. Het voorstel van ons college aan de raad om ten behoeve van de restauratie van genoemde schuur een gemeentelijk subsidie toe te kennen zal in de raadsvergadering van augustus worden gedaan. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming worden deze stukken achtereenvolgens voor kennisgeving aangenomen. 9. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VAST STELLING VAN EEN WIJZIGING IN 11 BEHEERSVERORDENINGEN VAN DIENSTEN EN BEDRIJVEN, AANGEWEZEN EX ARTIKEL 252 DER GEMEENTEWET. Zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt dit voor stel van burgemeester en wethouders aanvaard.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 928