92 9 FEBRUARI 1971 woningwetsector kunnen worden gebouwd. Ik ben namelijk van me ning, dat de huurprijzen in het algemeen zelfs in deze sector voor de meeste bejaarden niet betaalbaar zijn. Die in de premie- en vrije sector zullen ongetwijfeld nog hoger komen. Ik neem aan dat uw college bereid zal zijn voor deze gevallen een soepele toepassing van de huursubsidiemogelijkheden te bevorderen. Met voldoening hebben wij kennis genomen van de plannen tot renovatie van gemeentewoningen. Waar mogelijk verzoeken wij U op de woningbouwverenigingen ook druk uit te oefenen, opdat zij tot verdere renovatie van haar oude woningbestand zullen overgaan. Mijnheer de voorzitter. Gaarne had ik in deze algemene beschou wingen nog enige aandacht willen besteden aan onderwerpen als Binnenstadsplan en Civic-Centre, Milieuverontreiniging en vuilver werking, verkeersveiligheid, enz. Ik heb echter een keus moeten maken ter wille van de tijd. Ik hoop en vertrouw dat de hoofd- stuksgewijze behandeling onze fractie alsnog de gelegenheid biedt om op enkele facetten van genoemde onderwerpen terug te komen. Ik moet thans eindigen en wil dat doen met de wens uit te spreken dat de verhoudingen in deze raad door eerbiediging van eikaars meningen en het stellen van vertrouwen in eikaars goede bedoelingen, de mogelijkheid zullen scheppen tot een vruchtbare samenwerking in het belang van onze goede stad. De heer FROGER: Als ik het goed heb vastgesteld, heeft geen der vorige sprekers zich gehouden aan de afspraak van de fractie voorzitters. De grootste partij heeft de grootste tijdsoverschrijding gepleegd, de andere wat minder. Met één zin wil ik mijn gedachten over deze zaak weergeven en die is dan in hoofdzaak gericht aan het adres van de heer van Loon. Ik ben hem uitermate dankbaar dat hij 5% van zijn rede aan onze fractie heeft gewijd. De VOORZITTER: De algemene beschouwingen vorderen! Mevrouw VAN NES-BRANDS: Ik ben blij dat ik namens de ver tegenwoordiging van D'66 in de raad vanavond iets kan zeggen. In antwoord op de zojuist gemaakte opmerkingen van de heer Kroon wil ik naar voren brengen dat wij ons na de moeilijkheden in de samenwerking met de voorzitter van de Demokraten graag willen opstellen als fractie D'66 en dat wij het ook op prijs zouden stel len als zodanig door de raad te worden erkend. Dit behoeft echter een eventueel contact met de Demokraten, voorzover zij daaraan behoefte hebben, nu en in de toekomst niet in de weg te staan naar ik hoop. Het voordeel van de laatste spreker te zijn is dat men het slag veld kan overzien, al vind ik het opruimen van de lijken niet onze taak. Tot een politiek spiegelgevecht zal ik mij bij de begrotings behandeling in deze raadzaal niet laten verleiden. Graag ga ik op een ander tijdstip en in een ander etablissement op de vuist met wie dat wil. De heer VAN DER WERFF: Dan toch wel een geestelijke vuist!

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 92