936 12 AUGUSTUS 1971 Ik ben blij dat wij zo'n enthousiaste brief hebben gekregen van het provinciaal bestuur. Het belangrijkste onderdeel van die brief vond ik evenwel de zinsnede, waarin teleurstelling wordt uitgesproken over het ontbreken van de gemeenten Oosterhout en Etten-Leur. Ik geloof dat wij er goed aan doen er vanavond nog eens de nadruk op te leggen dat wij het op hoge prijs zullen stellen als ook Oosterhout en Etten- Leur hun medewerking aan de regio willen verlenen. Het wordt een rare situatie, als wij willen proberen zonder deze twee gemeenten in West-Brabant tot een gewestvorming te komen. Oosterhout en Etten-Leur hebben gewezen op het N. E. I.-rapport, waarin zou zijn gezegd dat er eigenlijk geen tijd meer te verliezen was. Persoonlijk ben ik van oordeel dat men die zinsnede uit het rapport niet hele maal juist heeft gei'nterpreteerd. De oprichting van het gewest heeft wel haast, maar niet dusdanig dat wij er de regio's nu maar voor moeten laten schieten. De regio's hebben echt wel taken die speci fiek in regionaal verband aangepakt moeten worden. Mijn fractie sluit zich graag aan bij hetgeen het college ons in zijn preadvies heeft voorgelegd. Mevrouw VAN NES-BRANDS: Uit de notulen van de vergadering van provinciale staten van Noord-Brabant betreffende de discussie over de bestuurlijke organisatie in Noord-Brabant, blijkt dat de meeste spre kers een voorkeur toonden voor een beperkt aantal grotere gewesten in onze provincie. Dit wordt door de gedeputeerde die van repliek dient geconstateerd. Hij tekent er echter bij aan dat niet rijk en provincie dit moeten regelen, maar de besturen die het dichtst bij de bevolking staan, i.e. de gemeentebesturen. Dat deze gemeenteraad in staat wordt gesteld commentaar te leveren op het preadvies van het col lege over dit onderwerp is een goede zaak. In uw stuk lezen wij dat zich tijdens de beraadslagingen over samenwerkingsverbanden die in deze raad hebben plaatsgevonden een steeds duidelijker beeld heeft afgetekend van de opvattingen van de raad. Wij willen graag deze gelegenheid aangrijpen om onze opvattingen in dezen zo duidelijk mogelijk weer te geven. Die opvattingen zijn eigenlijk al direct terug te vinden in de memorie van toelichting op de ontwerp-wet op de gewestvorming, waar staat: "Het dagelijks samenlevingsverband strekt zich thans meestal over méér dan één gemeente uit. Deze discrepantie tussen grenzen van samenlevingsverband en van de gemeenten zal een sys tematische schaalvergroting van het lokale bestuur tot gevolg moeten hebben, wil men althans niet in een situatie geraken waarin de over heidszorg hoe langer hoe meer tekortkomingen zou gaan vertonen. Het streven naar bestuurlijke schaalvergroting zal echter gepaard moeten gaan ook met bijzondere aandacht voor de kleine schaal: een uit een oogpunt van democratie noodzakelijke decentralisatie. Enerzijds is voor een aantal voorzieningen een schaalvergroting be slist noodzakelijk, anderzijds zal dat wat in een kleiner verband goede behartiging kan vinden daar ook dienen te blijven. De noodzaak tot schaalvergroting wordt algemeen erkend. Het heeft onlangs geleid tot de instelling van de regio-Breda. Naar onze mening zal de schaalvergroting echter niet mogen blijven steken in regioverband. Men zal zo snel mogelijk naar een gewestraad toe moeten. Daarover waren niet alleen de sprekers in de genoemde vergadering van provinciale staten het eens, maar eigenlijk allen die het probleem van de bestuurlijke organisatie in groter verband

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 936