12 AUGUSTUS 1971 938 mens altijd de behoefte voelde beschermd in groepen te wonen en te werken. Direct contact tussen die mensen en net bestuur was en is van groot belang. Dat directe belang wordt gevormd door de ge meenschapstaken binnen het gemeentelijk bestuursgebied. Afstoting van bepaalde taken naar het gewest betekent ons inziens voor de gemeenten geen uitholling, geen verlies van betekenis voor de bur gers, integendeel. Het kan ertoe leiden dat de relatie burger-bestuur wordt verbeterd en dat het gemeentelijk bestuur zich juist meer op de gemeenschapsfunctie kan gaan toeleggen. Ontwikkeling naar het ge west toe staat in nauwe relatie tot een ontwikkeling terug, naar de eigen gemeente. De heer VON SCHMID: Het stuk dat thans voor ons ligt zien wij als een gelukkig uitvloeisel van alle discussies die in de loop der tijd over dit probleem in de raad hebben plaatsgevonden. Alle frac ties zijn het momenteel wel eens over de gang van zaken die in West-Brabant zal moeten worden gevolgd. Ik heb er dan ook geen enkele behoefte aan veel tijd van de raadsleden in beslag te nemen. Er wordt wel eens geklaagd over te lange raadsvergaderingen. In dit verband had ik het wenselijk geacht wanneer de heer Geene bijv. telefonisch even had meegedeeld wat hij wilde gaan zeggen, dan had .hij waarschijnlijk de adhesie gekregen van alle leden van de raad. De heer SANDBERG: Alhoewel wij het in grote lijnen met de heer Geene eens zijn, heeft onze fractie nogal wat aandacht besteed aan dit onderwerp, niet omdat wij principieel van mening verschilden, maar omdat wij het agendapunt nu eenmaal erg belangrijk vonden. In de fractie zijn de standpunten van de gemeenten Oosterhout en Etten-Leur uitvoerig ter sprake gekomen. Het moet de gemeente raden van Etten-Leur en Oosterhout toch duidelijk zijn aat de over grote meerderheid van de aan het overleg in de regio-Breda deel nemende gemeenteraden instemmen met de thans gevolgde beleids lijn en met de ontwikkeling, die zich uiteraard nog wel laat bij sturen, maar zich uiterst moeilijk zal laten stoppen. De wil om tot één gewest te komen is bij allen aanwezig. Wanneer Oosterhout en Etten-Leur menen dat de door ons gevolgde procedure niet de juiste is, dan is het hun goed recht ons daarvan in kennis te stellen. Juist door het kenbaar maken van een andere visie kan er een polemiek ontstaan, waardoor de gewestvorming wellicht beter van de grond komt. Een overleg tussen raadsleden kan in die zin verhelderend en opbouwend werken; wat dat betreft hoeven wij niet eens zo ver terug te denken. Een andere zaak wordt het wanneer een overleg tussen raadsleden alleen maar zou moeten leiden tot het nader accentueren van een frustrerend gebrek aan samenwerking en misschien een onwil om zich met elkaar te verstaan. Onze fractie stelt zich op het stand punt dat niet gebleken is dat dergelijke symptomen aanwezig zijn. Daarom zouden wij dat overleg tussen raadsleden bijzonder op prijs stellen. Wanneer u dat van uw kant enigermate kunt activeren, zou ons dat welkom zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 938