12 AUGUSTUS 1971 946 een factor 10 - t in te schakelen als u de formule toepast op de totstandkoming van het gewest. Na tien jaar hoeft het namelijk helemaal niet meer, dan is de zaak helemaal opgedeeld. De VOORZITTER: Dat is dan een kwestie van temperatuur. De heer GEENE: Ik meen dat ik de heer von Schmid een ant woord schuldig ben. Hij heeft mij een groot compliment gemaakt en daarom betreur ik het des te meer dat ik met hem niet vóór deze raadsvergadering contact heb opgenomen. Ik had kunnen weten dat bij grote zaken ae mening van zijn fractie niet ver afwijkt van de onze. Ik zal hieruit zeker lering trekken. Verder moet ik u zeggen dat u het woord "herverkaveling" dat ik heb gebruikt goed heb begrepen. Tenslotte meen ik, na een en ander van alle franje te hebben ontdaan, dat er binnen deze raad nauwelijks verschil van mening bestaat over hoe het verder moet. De heer VON SCHMID: Ik wil het heel kort houden. Sinds er verstandige geluiden uit de K. V. P. komen heb ik er geen enkel bezwaar tegen het daarmee zo nu en dan eens te zijn. De VOORZITTER: Als de politieke partijen elkaar thans niets meer te zeggen hebben, ben ik u nog enkele antwoorden verschul digd. Er is in het betoog van mevrouw van Nes een groot aantal elementen waar ik gewoon ja tegen zeg: de haast van 2 november en de democratische opzet. Over één zaak verschil ik misschien nog met u van mening. Wanneer u spreekt over de betekenis van de regio als overlegorgaan en als gespreksorgaan -- dat is ten naaste bij uw inhoudsopgave van de regio moet ik zeggen dat ik met een dergelijke regio wat moeite zou hebben, omdat ik in diezelfde regio graag het bewijs wil leveren dat daar zaken te doen zijn, op het terrein van de ruimtelijke ordening en ten aanzien van allerlei zaken die op die kleine schaal te doen zijn. Misschien is er echter een misverstand. Ik geloof dat wij natuurlijk ook gesprekken moeten voeren, maar het is toch ook een club waar men echt iets tot stand moet brengen. Ik wil daartoe in ieder geval graag pogingen aan wenden. De heer Severens heeft met enige twijfel in zijn stem gesproken over de methodiek, de wijze van totstandkoming. Hij heeft gevraagd of op die methodiek niet te veel de nadruk wordt gelegd. Ik moet erkennen dat dit het geval is, maar hij maakt, als ik het goed be luisterd heb, toch ook zelf de opmerking dat het een zaak is van voorzichtige strategie. Ik geloof dat dit in dit verband bij deze nieuwe vorm van samenwerking een heel kwade zaak is. Jk kan uw betoog verder onderschrijven, mijnheer Severens. Ik vind het ook terug in eerdere betogen van u toen het ging over andere zaken. Op 25 maart zei u dat bij de totstandkoming van een gewestraad directe verkiezingen van belang zijn. Ik wil de heer Spanjer in dit verband zeggen dat wij er inderdaad morgen niet aan toe zijn. Los van de organisatie die daaraan ook in politiek opzicht is verbonden, is het ook nog een kwestie die enigermate moet wachten op wat deze regering met het wetsontwerp zal doen. Het wetsontwerp geeft in dat opzicht aanwijzingen en als die aanwijzingen in een raamwet zijn neergelegd hebben zij natuurlijk hun neerslag op hetgeen in de regio's en de gewesten gebeurt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 946