12 AUGUSTUS 1971
948
ben bereikt is het opvallend dat dit het geval is.
De VOORZITTER: Zij hebben blijkbaar toch enige voorkeur,
mijnheer van Os. Zullen wij ons er verder maar niet mee bemoeien?
Het is een voorstel van het gezelschap zelf.
De heer VAN OS: Het is waarschijnlijk traditie.
De VOORZITTER: Dat kan ook zijn betekenis hebben.
Ik benoem tot leden van het stembureau de heren Severens, van
Overveldt en Froger.
Bij de stemming over de benoeming worden ingeleverd 32 stem
biljetten, waarop zijn uitgebracht op de heer Schellenbach 25 stem
men en op de heer Vennix 5 stemmen, terwijl 2 stemmen van on
waarde zijn, zodat de heer mr. J. K. Schellenbach is benoemd.
16. MEDEDELING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREK
KING TOT HET JAARVERSLAG 1970 VAN DE STICHTING BIJSTAND
BUITENLANDSE WERKNEMERS "WEST-BRABANT".
De heer JANSEN: Op de eerste plaats wil ik de wethouder een
pluim geven, omdat hij dit stuk niet zonder meer ter kennisname
heeft aangeboden, maar het door hem ook nog van enige kantteke
ningen is voorzien. Dat uw college niet alleen maar de problematiek
van de buitenlandse werknemer onderkent, maar ook bereid is mee
te denken en te zoeken naar alternatieven tot verbetering van de
totale leefsituatie van de buitenlandse werknemers, verheugt mij
bijzonder. Ik hoop dat wij in de toekomst bij dergelijke jaarver
slagen van uw college een soort memorie van toelichting krijgen,
omdat dit kan bijdragen tot een betere opinievorming en een in
zicht in de problematieken van de verschillende stichtingen en ver
enigingen.
De heer AMERICA: Namens de K. V. P. -fractie wil ik graag na
drukkelijk woorden van dank spreken, zowel tot het bestuur als tot
de directeur en de andere medewerkers van de stichting, die nu meer
dan vier jaar werkt en naar ons inzicht bijzonder goed werkt. Via
u willen wij deze dank graag tot deze stichting richten en haar voor
de komende jaren veel succes toewensen, jaren die niet gemakkelijk
zullen zijn.
Mevrouw J3GER-MIDDELBEEK: Ik mag mij bij deze woorden aan
sluiten.
Wethouder DE RAAFF: Ik voel mij zeer gelukkig met de pluim
van de heer Jansen. Af en toe een pluim is ook wel eens welkom.
Hij doet eigenlijk de suggestie om jaarverslagen vaker niet alleen
ter kennisname aan te bieden, maar ze te voorzien van een soort
memorie van toelichting. Het idee is misschien niet zo gek; ik zal
erover nadenken of het in voorkomende gevallen zinvol kan zijn die
weg te bewandelen.
De dank die de heer America gericht heeft aan het bestuur, de
directie en de medewerkers van de stichting zal ik zeer gaarne aan
de betrokkenen doorgeven.