94
9 FEBRUARI 1971
Wi] hebben de indruk dat die samenspraak met de burgerij wordt
vertaald als het verstrekken van informatie aan de bevolking, maar
om goed te kunnen regelen is vooral het tegendeel nodig. De infor
matie moet van de bevolking naar het bestuur komen. Waarop an
ders baseert het bestuur zijn plannen, stippelt het zijn beleid uit?
Die vraag, het waarom van de aangeboden plannen, heeft ons bij
voortduring bezig gehouden bij het bestuderen van de begroting.
Wat je zoekt .is een beleid. Wat wil het college maken van onze
stad? Wat heeft men voor ogen gehad toen men de pot verdeelde?
Wat heeft voorrang en wat niet?
Het antwoord luidt: een redelijk verzorgingsniveau van de stad en
haar inwoners, te verwezenlijken binnen een sluitende begroting.
Wat is een redelijk verzorgingsniveau? Te oordelen naar de be
groting hetzelfde niveau als verleden jaar, maar dan met overal
een plukje erop vanwege de stijging van lonen en onkosten en hier
en daar wat extra's erbij.
Hoe heeft men gewogen? Er moeten toch prioriteiten geweest zijn.
Ik lees dit niet in de nota van aanbieding en ik zou er toch graag
een antwoord op hebben.
Nu neem ik zelf nog eens die term "redelijk verzorgingsniveau"
in de ene hand en de boodschap van de raadsleden in de andere en
ik citeer bijvoorbeeld: "De woningnood is hoofdzakelijk een probleem
van de minder draagkrachtigen. Bij het oplossen van deze nood zal
deze groep van inwoners de hoogste prioriteit moeten krijgen.Men
gaat verder: "Aan het nieuwe college van burgemeester en wethouders
wordt gevraagd aan de oplossing van dit probleem-, woningnood-
verkrotting-doorstroming-tekort aan goedkope woningen, de hoogst
mogelijke prioriteit te verlenen, zonodig ten koste van andere urgente
zaken, Hier wordt door de raadsleden duidelijk een prioriteit ge
steld.
Een deelbelang, dat van een groep minder draagkrachtigen die in
slechte omstandigheden verkeren, wordt gesteld boven het algemeen
belang.
Bekijkt men nu het overzicht van de functies in de nota van aan
bieding, dan blijkt dat Volkshuisvesting vrijwel de enige groep uit
het totaal is die verlaagd is. Uit de beantwoording van vragen op
dit gebied gesteld, is mij niet gebleken dat er werkelijk een priori
teit, dat er werkelijk een beleid is.
Het is, naar ik hoop, onnodig u uit te leggen, waarom ik juist
over dit onderwerp uit het totale beleid spreek.
Ik vind dat het probleem van de verkrotting van vele stadswijken
zo ernstig en ook zo uitzichtsloos is, dat wij er niet langer omheen
kunnen. Ik vind ook, dat het college er met deze begroting omheen
gaat.
Nu zal men opmerken dat het woningbeleid voornamelijk uitgaat
-- of zou moeten uitgaan -- van de centrale overheid en dat de ge
meente maar weinig zelf kan doen. Dat zou dan een sterke aanwij
zing zijn om over te gaan op een met-sluitende begroting. Dat uit
gangspunt zou de verantwoordelijkheid bij de regering leggen en niet
bij ons.