12 AUGUSTUS 1971
950
De heer VAN OVERVELDT; In het dagblad De Stem van gis
teren las ik over de te restaureren panden aan de Reigerstraat een
artikel» waaraan ik het volgende ontleen: "De huren van de panden
zouden na de restauratie aanzienlijk hoger komen te liggen dan
eertijds door de vorige eigenaar was aangekondigd. Deze zullen
gaan variëren van ƒ5400,-- tot circa ƒ1.6.000,-- per jaar". Voorts
le»s ik: "De twee nog overgebleven zakenmensen van de te restaure
ren panden zullen voor de tijd van de restauratie zelf een oplos
sing moeten vinden om hun bedrijf tijdelijk -- lees: bijna een
jaar -- elders onder te brengen, en dit niettegenstaande de hun
mondeling gedane toezegging dat zij tijdens de restauratieperiode
gebruik konden maken van de dan al gerestaureerde andere panden
aan de Reigerstraat". Zo het gestelde over de nieuwe huren juist is,
komen mij deze exorbitant hoog voor. Ik wil u dan ook vragen of u
de raad kunt mededelen hoe de nieuwe huren zijn berekend. Is hier
bij de totale door de overheid verleende subsidiebijdrage in de res
tauratiekosten buiten beschouwing gelaten? Het is toch juist dat zulks
geschiedt. Kunt u hieromtrent geen mededelingen doen, dan wil ik
u vragen hierover met de eigenaar contact op te nemen en mij
daaromtrent nader te informeren.
Wat betreft het tijdelijk door de betrokken ondernemers onder
brengen van hun zaak, wil ik u met klem verzoeken deze onder
nemers zo veel als mogelijk is medewerking te verlenen bij het
zoeken naar een passende tijdelijke bedrijfsruimte, zodat de door
hen tijdens de restauratie ontegenzeggelijk te lijden schade tot een
minimum wordt beperkt. Gaarne vertrouw ik dat het college mij
deze toezegging kan doen.
De heer VAN DUIJL: Graag wil ik nog een paar kleine aanvul
lingen geven op het betoog van de heer van Overveldt. Aanvanke
lijk leek dit voorstel een normaal hamerstuk, maar gezien de publi
caties die hierover in een plaatselijk dagblad zijn verschenen is er
voor mij reden er een paar opmerkingen over te maken. Het krijgt
naar ik meen bovendien een wat wrange smaak. Ik wil vooraf enkele
correcties aanbrengen op de bedragen die u in het stuk noemt. Er
staat namelijk dat het rijk in de kosten subsidieert voor een bedrag
van 324.000,--, maar dat moet zijn 324.600,--. Het bedrag
dat de provincie subsidieert moet zijn 86.560,De subsidie
van de gemeente is wel goed berekend. De eigenaar zelf moet
4% van de kosten opbrengen» zijnde een bedrag van 21,640,--
op een totaal bedrag van ruim een half miljoen. Toen de res
tauratie van deze panden indertijd aan de orde kwam is daarover
uitvoerig gediscussieerd -- ik heb de notulen van 1967 erop nage
lezen --, waaraan de toenmalige wethouder Vermeulen eigenlijk
een wat voortijdig einde heeft gemaakt door te stellen dat wij zaten
te discussiëren over een aantal panden ten aanzien waarvan de ge
meenteraad als zodanig geen enkel recht had om over het al of niet
afbreken daarvan te spreken, omdat het om een particulier eigendom
ging. Daar kon de raad uiteraard niets tegen doen, want dit was
volkomen juist. Niettegenstaande dat doet het, zoals het zich nu
laat aanzien, toch wat wrang aan als wij berekenen dat de huidige
eigenaresse -- dat is de "Maatschappij tot bevordering van welstand
voornamelijk onder landlieden" -- de welstand van de landlieden
ten koste wil laten gaan van, als ik het zo noemen mag, stads-
lieden. Als ik bereken welk bedrag zij straks aan huur wil gaan