953 12 AUGUSTUS 1971 het gebeurt op de basis die de wet voorschrijft is het gewoon in de haak; het is dan alleen verschrikkelijk onaangenaam voor de mensen die er in wonen. Hierna wordt gedurende enkele ogenblikken gepauzeerd. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Allereerst is thans aan de orde de uitslag van het onderzoek van oe commissie voor de geloofsbrieven. De heer MENSEN: De commissie tot onderzoek van geloofsbrieven heeft de geloofsbrieven van de heer J. P. M. Goos onderzocht en in orde bevonden. De VOORZITTER: Dank u. Ik stel dan vast dat tot toelating van het lid de heer J. P, M. Goos is besloten. Hierna gaan wij verder met de behandeling van agendapunt 19. Het woord is aan wethouder Mans. Wethouder MANS: Ik geloof dat het goed is om na de opmerkingen die door de raad zijn gemaakt een paar dingen duidelijk te stellen. U weet dat er in Nederland een monumentenlijst is, een definitief vastgestelde monumentenlijst. U weet ook dat de raad in ongeveer 1966 akkoord is gegaan met het feit dat een aantal panden in de stad op die monumentenlijst is geplaatst. U hebt daarmee uw sanctie daaraan gegeven. Het tijk keurt de plannen goed en bepaalt aan de hand van de monumentenlijst de subsidiabele kosten. Het rijksaandeel wordt dan bepaald, evenals het jaar waarin dat wordt uitbetaald. De provincie volgt dan ook met een subsidie, terwijl ook de ge meente een verplichting heeft, uitgaande van de sanctionering van het plaatsen van panden op de monumentenlijst. Een tweede belangrijke constatering is dat het behoud van de panden die op de monumentenlijst staan mede afhankelijk is, zeker als er sprake is van particulier eigendom, van de bereidheid van de particulieren om geld in de restauratie en de verbouwing te steken. Dat zijn twee belangrijke constateringen die in de gehele discussie centraal staan. Als er dan -- ik geloof dat ik de opmerkingen van de sprekers wel zo mag samenvatten -- geklaagd wordt over hoge huren, dan zijn deze twee uitgangspunten uitdrukkelijk te hanteren. Ten aanzien van de Reigerstraat betekent dit concreet het volgende. Ik noem ronde bedragen, omdat het gemakkelijker is om over te praten. De koopwaarde plus de verbouwingskosten bedragen rond een miljoen gulden. Daarvan wordt rond 500. 000, -- gesubsidieerd. Dit betekent dat er rond 5 ton gefinancierd moet worden door de eigenaar. Als je nu een afschrijvingstermijn neemt van 30 jaar en een rente van 9°/o, dan wordt de jaarlijkse annufteit van die 5 ton rond de 50. 000,Bij een rente van 8°/o wordt het bedrag uiter aard iets lager, namelijk rond de 40.000,--. De voor de panden te ontvangen huur is rond 55.000,--. Alle andere kosten, zoals onderhoud, belasting, verzekeringen e. d.bedragen voor deze zeven panden per jaar bij een rente van 9% circa 8000,en bij een rente van 8°/o circa 12.000,De huur die gevraagd wordt is afhankelijk van de grootte van het pand. De laagste huur is rond 5000,-- en de hoogste huur is rond 15.000,Dit is een waterval van cijfers, maar het belangrijkste hiervan is dat gecon-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 953