960
12 AUGUSTUS 1971
In het stuk is een aantal zinnen aan die financiële consequenties
gewijd. Men zou natuurlijk kunnen zeggen-, de raadsleden weten
dat allemaal wel en je kunt het dus wel weg laten. Ik moet u
echter zeggen dat ik toch wel blij ben dat zij er in staan, want
het moet naar ik meen wel duidelijk zijn dat wij, als wij beslui
ten het aanbod van Prinsenbeek te accepteren, dit doen in de vol
le wetenschap dat dit van ons zwaardere offers zal vergen. Ik meen
dat dit het besluit van vanavond meer waarde zal geven. Wij doen
dit in het vertrouwen dat voor die financiële moeilijkheden wel
een oplossing zal worden gevonden.
De heer VAN OS: Wij willen het aanbod van Prinsenbeek graag
accepteren, maar willen wel een paar kanttekeningen maken bij
uw voorstel. De financiële voordelen van een herindeling zijn in
de discussie op 25 maart niet als argumenten pro de herindeling
aangevoerd. Het blijkt nu echter dat dit onderhuids toch wel een
rol heeft gespeeld. Ik wil de burgemeester van Terheyden een beet
je in bescherming nemen, want ik kan mij best voorstellen dat hij
zo reageert. Het is namelijk heel voor de hand liggend dat de
randgemeenten nu de conclusie trekken dat het meerdere geld bij
herindeling beslist niet ten goede zou zijn gekomen aan de rand
gemeenten. Het blijft natuurlijk een zware opdracht om een der
gelijke uitbouw van de stad tot een goed einde te brengen, maar
dergelijke situaties doen zich op meerdere plaatsen in het land
voor. Ik neem aan dat dit met klem bij de diverse overheden naar
voren zal worden gebracht en dat hiervoor een passende oplossing
kan worden gevonden.
Ik wil u nog even herinneren aan de motie die wij indertijd
hebben ingediend, die stelde dat een zelfstandige uitgroei van
de Haagse Beemden naar onze mening ook tot ae zeer goede moge
lijkheden behoort, omdat wij nu eenmaal de voorkeur blijven geven
aan kleine gemeenten om de afstand tussen bestuur en bestuurden
niet te groot te maken.
Een kleine kanttekening wil ik nog maken bij wat onderaan
op de eerste pagina staat: "Te denken valt hierbij bijvoorbeeld
aan de woonfunctie van de binnenstad, waarvoor ter plaatse of
elders ruimte gevonden moet worden". Het komt mij als wat ge
vaarlijk voor dat men er van uit gaat dat de woonfunctie van de
binnenstad langzaam maar zeker alsmaar minder zou moeten wor
den. Wij willen met klem naar voren brengen dat de woonfunctie
van de binnenstad juist moet worden gestimuleerd.
Voorts wil ik nog opmerken dat wij van de gewijzigde situatie
ten aanzien van de randgemeenten gebruik moeten maken om het
overleg tussen de raadsleden, zoals dat tijdens de discussies over
de herindeling heeft bestaan, zo spoedig mogelijk te hervatten,
teneinde nieuwe misverstanden te vermijden. Ook het aan elkaar
aanpassen van de bestemmingsplannen van de omliggende gemeen
ten aan die van Breda zou een heel nuttige zaak kunnen zijn.
De heer VON SCHMID: De twee fracties aan deze kant van
de tafel zijn het ook eens geworden, zoals dat in deze raad meer
is gebeurd. Wij zijn zeer tevreden over dit stuk. Hierbij komen
twee aspecten naar voren, die anderen al hebben besproken, maar
ik vind dat ik eindelijk ook weer eens wat moet zeggen en dus
ga ik hierover nog even verder. Er is die kwestie van de ruimtenood.