973 12 AUGUSTUS 1971 gehad daarover in de raadsafdeling eens met de directeur of de staf van de BBA te praten - dat er in de exploitatie bepaalde besparingsmogelijkheden zitten, die of uitbreiding van het lijnen- bestand mogelijk zouden maken of de bijdrage van de gemeente zouden kunnen doen dalen. Wanneer ik kijk naar de exploitatie in grote steden, waar al lang gebruik wordt gemaakt van voorver koopadressen en stempelautomaten, zijn dit bijvoorbeeld twee maat regelen die de stoptïjden bij haltes aanzienlijk beperken en daar mee uiteraard het gereden aantal kilometers per passagier opvoe ren. Ik wil hierover in de raadsafdeling graag nog eens van ge dachten wisselen. Wethouder VAN DUN: De heer Quadekker heeft volstrekt ge lijk met zijn 2. 000, -- en vandaar dat ik gesproken heb over ruim een ton, omdat wij vanavond bij elk voorstel aan het afron den zijn. Hij heeft echter volstrekt gelijk dat die fout er in zit. De heer Quadekker dringt erop aan de kwestie van het Edisonplein zo snel mogelijk af te handelen, terwijl de heer Crul zegt de in druk te krijgen dat er niet zoveel haast bij is, omdat er toch een oplossing is gevonden. Iets anders is dat ik meen dat de heer Van Graafeiland en ik elkaar volstrekt verkeerd hebben begrepen. Ik heb op geen enkele manier geprobeerd de lijn te verdedigen met die besparing van 70.000,--, Ik heb alleen gezegd dat de direc tie van de BBA dit in de raadsafdeling heeft gedaan en dat het college die cijfers nog moet bekijken. Dit zijn cijfers genoemd door de BBA en ik breng ze aan u over omdat ik meende dat u daarop bij de behandeling van dit stuk recht had. Het college heeft er nog volstrekt geen mening over, omdat het nog niet over die gegevens beschikt. De heer CRUL adviseert het contract met de BBA op details nog eens na te kijken. Belangrijker is dat hij voorstelt dit stuk buiten beschouwing te laten. Dat is nu net wat dit stuk behelst. Ik heb weliswaar gezegd dat het in zijn argumentatie uit twee de len bestaat, maar het enige dat u wordt voorgesteld is het con tract met de BBA te verlengen voor de periode 1967 - 1971 en het exploitatieverlies over 1971 te garanderen tot het bedrag dat daar genoemd staat. De andere kwestie is een informatie aan uw raad, zodat u weet dat een kwestie die al speelt niet aan u gepre senteerd wordt. Ik wil dan ook voorstellen toch het gehele stuk aan de raad ter beoordeling over te laten. Tenslotte zegt de heer Sandberg dat, gezien de relatie tussen de gemeente en de BBA en de consequenties daarvan, in overleg met de BBA gezocht moet worden naar mogelijkheden inzake een efficiëntere bedrijfsvoering. Uit de afdelingsvergadering weet de heer Sandberg dat die discussie hem is toegezegd, temeer omdat wij binnen afzienbare tijd proberen in de besprekingen met de BBA de ruimte te vinden om het stadsvervoer een zo intensief moge lijke taak te laten vervullen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voor stel van burgemeester en wethouders besloten. De VOORZITTER: Ik heb intussen een reeks argumenten om de vergadering op dit tijdstip te beëindigen. In de eerste plaats is dat natuurlijk de tijd. in de tweede plaats zijn er geen stukken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 973