977 16 AUGUSTUS 1971 De VOORZITTER: De punten 5 en 6 van dit voorstel zijn verval len. Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de door de voorzitter gemaakte restrictie, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 35. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET TOE KENNEN VAN EEN SCHADELOOSSTELLING AAN C. HERMANS WEGENS AFSTANDDOENING VAN DE HUUR EN HET RECHT OP GEBRUIK VAN HET CAFé-WOONHUIS HEILAARSTRAAT 80. Dit voorstel is vervallen. 36, VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BE SCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET, GROOT 3, 500. 000, -- TEN BEHOEVE VAN DE REALISERING VAN HET AANKOOPPROGRAM MA 1971. De heer CRUL: Ik hoop dat mij zal worden toegestaan enige op merkingen van algemene aard te maken. Zij hebben niet direct, maar indirect te doen met dit voorstel. Tijdens de begrotingsbehandeling hebben wij stilgestaan bij het probleem van de al dan niet sluitende begroting. Wethouder Broeders heeft toen gezegd dat met de begroting die hij verdedigde een redelijk verzorgingspeil in Breda kon worden gegarandeerd. Door de begroting te aanvaarden heeft de raad dat eigen lijk beaamd. Op het gebied der financiering doen zich echter problemen voor, en niet alleen in Breda. Wij kunnen op het ogenblik niet zeggen dat de plannen die verband houden met die begroting in dit jaar of in 1972 uitgevoerd zullen kunnen worden. Er moet nogal wat op de uitgaven beknibbeld worden. Hoe doet men dat in het college? Zullen naar aanleiding daarvan voorstellen of mededelingen aan de raad worden gedaan? Zal er met de raad over ge discussieerd worden? Wij vragen dit in verband met dit voorstel, omdat dit op het ter rein van de woningbouw van groot belang is, niet alleen voor onze ac tiviteiten van dit moment, maar ook voor de activiteiten in de toekomst. Wethouder Broeders stelde tijdens de behandeling van de begroting te vens dat hij de prioriteiten voor het uitvoeren van werken in Breda in de eerste plaats op het terrein van de woningbouw zag liggen. Daarna noemde hij het onderwijs en ten derde o. a„ het zwembad-Noord. Ik zou dus willen vragen op welke manier het college te werk gaat bij het bepalen van de activiteiten die, bij alle financieringsbe perkingen, dit jaar uitgevoerd zullen worden? Wordt daar nog met de raad over gesproken? Duidelijk moet ten aanzien van de provinciale staten en de rijksoverheid worden gesteld dat wij door die financierings moeilijkheden onze activiteiten practisch niet zullen kunnen uitvoeren, waardoor op bepaalde terreinen een gevaarlijke situatie zal kunnen ont staan. In de afdeling voor het energie- en waterbedrijf is daarover o. a. gesproken. Naar aanleiding van dit voorstel is in onze fractie over deze pro blemen gediscussieerd. Graag zouden wij hierover wat meer informatie van het college ontvangen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1971 | | pagina 977