11 FEBRUARI 1971 (middag)
Aan de orde:
Voortzetting van de behandeling van de gemeentebegroting voor het
dienstjaar 1971.
Aanwezig:
MEVR. W. JSGER-MIDDELBEEK, MEVR. E. M. VAN NES-BRANDS,
MEJ. M. L. A. PAULUSSEN, MEVR. J.A.W. VAN ROOIJ-VAN DEN
HEUVEL, MEVR. O. M. C. STOCKMANN- VAN DER KALLEN, MEVR.
D. H.J. WILLEMS-VAN DOORN en de heren P. L. E. AMERICA, L.A. M.
VAN BANNING, MR. G. W.A. BARIJ, H. BROEDERS, J. L. G. BROOI-
MANS, C.J. CRUL, J. P. A. VAN DUN, C.A. VAN DUIJL, F. P. M.
FROGER, J. G. W. GEENE, G. H. J. GIELEN, J. A. VAN GRAAFEILAND,
A.M. JANSEN, P. M.J.F.X. KOERTSHUIS, A. B. KRAMER, A. KROON,
A. W. VAN LOON, DRS. J. H. H. MANS, F.J. MELZER, A. C. W. M.
MENSEN, IR. H.J. VAN MERKOM, L. PH. VAN OS, MR. L. M. VAN
OVERVELDT, J. H. M. QUADEKKER, A.H. W.M. DE RAAFF, G. A.
ROOZEBOOM, JHR. R. G. P. SANDBERG, JHR. DRS. F. A. VON SCHMID,
DRS. J. H. SEVERENS, A. SPANJER en DRS. Y. P. M. VAN DER WERFF.
Voorzitter: de heer IR. W.J. L. J. MERKX.
Secretaris: de heer DR. J. P. A. VAN DEN DAM.
De VOORZITTER: Dames en heren. Ik wil graag beginnen met
het maken van een viertal opmerkingen vooraf. Bericht van verhinde
ring is ontvangen van de heer Biemans en van de heer van Caulil, ter
wijl mevrouw jager iets later komt. Voorts wil ik u er graag op attent
maken dat de lichten van uw microfoons het niet doen, maar de micro
foons zelf wel. In de derde plaats wil ik opmerken dat er tijdens de ge
hele zitting beneden koffie wordt geserveerd. Ik wil u niet ertoe aanspo
ren daarvan gebruik te maken, maar de gelegenheid is er in ieder geval.
Tenslotte heb ik een mededeling ontvangen van de Gerardus Majellawijk
in Breda, die ons veel succes toewenst en ons de groeten doet.
Zoals ieder jaar gebruikelijk is wil ik graag als eerste beginnen
met de beantwoording van de vragen en opmerkingen die gesteld en
gemaakt zijn bij de algemene beschouwingen. In de eerste plaats wil
ik u graag dank zeggen voor het vertrouwen, het kritische vertrouwen
zoals ik wel mag zeggen, dat u in het college van burgemeester en
wethouders hebt uitgesproken. Ik durf in alle bescheidenheid te zeg
gen dat het college een goede start heeft gehad en ik wil uw raad bij
deze gelegenheid ook gelukwensen met de keuze van de wethouders. Ik
wil bij deze gelegenheid toch graag een ogenblik met waardering terug
denken aan het vroegere college van burgemeester en wethouders dat
toch in eerste aanleg voor de begroting voor het jaar 1971 verantwoor
delijk is. In de loop van dit betoog wil i^ spreken over een aantal
onderwerpen; in de eerste plaats wil ik wat algemene opmerkingen
maken over het bestuur van de stad, vervolgens wil ik stilstaan bij de
boodschap, ik wil een enkele opmerking maken over het welzijnsbeleid
en vanzelfsprekend over de democratisering, de commissie openbare orde,
de beleidsnota's, de Moerdijk, waarover u zulke duidelijke vragen hebt
gesteld, de gewestvorming en tenslotte over de organisatie van de be
strijding van rampen in vredestijd. Dit is het programma dat ik u
graag in een half uur tijds wil voorschotelen.
Wat het functioneren van de raad betreft heb ik bij een eerdere
gelegenheid, namelijk bij de installatie van de democratiseringscom-