26 SEPTEMBER 1972 992 die door de huurbetaling aanzienlijk zullen teruglopen voor de gemeente een heel redelijk toekomstbeeld biedt. Ik bestrijd overigens de mening dat wij er in dit verband nog niet zijn, omdat wij nog moeten rekenen op een groot aan tal subsidies voor manifestaties die in het Turfschip zullen plaats vinden. Bij de behandeling in de raadsafdeling heb ik al gezegd dat men deze subsidies eigenlijk los moet zien van de exploitatie van het Turfschip en van net huidige preadvies. Ik blijf bij die mening omdat als de gemeente vindt dat een activiteit moet wor den gesubsidieerd, die ook gesubsidieerd kan worden, ongeacht of die activiteit in of buiten het Turfschip plaatsvindt. Als die in het Turfschip plaatsvindt zullen daar wel bepaalde redenen voor zijn, die kunnen liggen in het vlak van de geschiktheid van het gebouw, de tariefstelling, enz. Daar zijn allerlei motieven voor aan te voeren, waarop ik overigens in het kader van de concurrentie vervalsing binnenkort terug hoop te komen. De heer VAN OS: Wij zouden misschien vrijkaartjes kunnen krijgen Wethouder VAN GRAAFEILAND: De raadsleden misschien wel, wellicht zouden wij dat kunnen regelen. Vervolgens kom ik aan de inkomsten en de fondsvorming van de stichting. De heer van Loon, die dat ook heeft verwoord in zijn motie, geeft een andere opzet voor de wijze waarop de pachtsom zou moeten worden samengesteld. Ook de heer Kroon is gekomen met een aanvulling op het dienaangaande gestelde in het preadvies. Het idee van het vaste minimum spreekt mij wel aan. De conse quenties van het voorstel van de heer van Loon terzake van het vaste bedrag plus een indexering en daarnaast een percentage van de exploitatieuitkomsten kan ik op dit moment niet geheel overzien, maar de ideeën daaromtrent zijn duidelijk verwoord in de motie. Ik meen dat wij dit in het nadere overleg met de garanten zullen kunnen meenemen. Hetzelfde geldt, zij het in iets andere mate, voor de ideeën van de heer van Loon en degenen die de motie mede hebben onder tekend met betrekking tot het bedrijfsfonds. De verhoging tot 10, 15, 20 en 25% die de heer van Loon voorstelt houdt reeds bij de aanvang een aanzienlijke verhoging in van de huurontvangst door de gemeente. Nu is het wel duidelijk dat -- de heer van Loon heeft dat goed begrepen -- dit voorstel is gebaseerd op de gedachte dat dit niet leidt tot een aanzienlijk uitstel van het jaar dat het be drijfsfonds het plafond bereikt. Ik zou daarbij de kanttekening wil len maken dat wij ons wel moeten realiseren dat hoe meer huur de gemeente in de aanloopperiode wenst te ontvangen, de garantie dat de exploitatie via de stichting eventueel kan worden voortgezet geringer wordt, vooral in de beginjaren, omdat dan het gevaar dat het misloopt het grootst is. In het preadvies zijn de basis afspraken terzake vermeld en op die voorwaarden staat de stichting garant voor de voortzetting van de exploitatie. Dit is ook uitdruk kelijk opgenomen in de brief dienaangaande. Ik geloof dat een wat nauwkeuriger berekening van de gevolgen van het voorstel van de heer van Loon met betrekking tot het huurbedrag moet leiden tot een uiteindelijk oordeel terzake. Wij zullen in de komende maan den expliciet moeten bepalen of er inderdaad aanleiding is te be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 992