26 SEPTEMBER 1972 994 wij wel opmerken dat met name in de overeenkomst tussen de stich ting en de gemeente deze zaak een belangrijke rol speelt, omdat in geval van problemen daarop moet worden teruggevallen. De heer van Banning heeft met betrekking tot de cultuur nog de vraag gesteld wat er nu gebeurt met de Beyerd. Ik kan daar op antwoorden dat er met de Beyerd vooralsnog niets gebeurt. Wij hebben op 8 augustus al gezegd dat er, alvorens terzake stellingen worden betrokken, een cultuurvisie op tafel moet liggen. Voor die tijd zullen er noch voor het ene, noch voor het andere gebouw structurele veranderingen kunnen worden voorgesteld. De gewel dige beperkingen die uitgaan van de brief van het college van 1968 met betrekking tot het cultuurgebeuren in het Turfschip be rusten mijns inziens op misverstanden, want zo groot zijn die be perkingen niet. Vervolgens de congresdienst. De heren van Banning, Crul en van Loon hebben allen de congresdienst aan de orde gesteld. Zij zijn van mening dat de informatie daarover dermate gering is dat zij niet in staat zijn zich daar een redelijk beeld van te vormen; met name over de doelstelling en de taakstelling zouden zij meer informatie willen hebben, alsmede over de fixering van de jaar lijkse bijdrage en de wijze waarop de pachter deelneemt in de congresdienst. Ik heb daar wel begrip voor. In het preadvies is inderdaad bijzonder weinig te vinden over die congresdienst. Het misverstand is daarom ook wel voorstelbaar, vooral over het woord "congresdienst", dat veel meer doet veronderstellen dan het in wezen inhoudt. De heer VON SCHMID: Dat is met de hele zaak het geval! Wethouder VAN GRAAFEILAND: In wezen vormt de congres dienst een post op de begroting van de stichting waarvan voorals nog moet worden aangekondigd dat de initiële kosten aanzienlijk hoger zullen zijn dan de doorlopende kosten. Men behoeft dan ook niet te verwachten dat dit een kostenpost is die steeds zal blijven stijgen. Bij een goed verloop van de exploitatie zullen de kosten die ten grondslag moeten liggen aan de acquisitie gaandeweg ver minderen of in ieder geval gelijk blijven, al moet het natuurlijk wel mogelijk zijn dat de bedragen die daarmee gemoeid zijn enigs zins flexibel zijn, zodat zij het ene jaar hoger kunnen zijn dan het andere. In dit kader is verder nog gevraagd of dit met op een andere wijze kan worden geregeld, waarbij met name de V. V. V. is ge noemd. Ik kan de consequenties daarvan niet geheel overzien en ik geloof dan ook dat wij daarover nader contact met de garanten zullen moeten opnemen. Met betrekking tot de reeds aangegane verplichtingen heeft de heer van Loon opgemerkt dat andere gebeurtenissen in het Turf schip die niet met name zijn genoemd, zoals de antiekbeurs en de Beneluxbeurs, daar moeten kunnen blijven plaatsvinden. Wij kunnen daar volledig begrip voor opbrengen; ik geloof dat die activiteiten moeten worden ondergebracht onder de wens het Turfschip geheel te laten functioneren, zeker binnen de Bredase gemeenschap maar ook daar buiten. Ook de pachter zal er alles aan gelegen zijn daarin zoveel mogelijk acquisitie te plegen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 994