997
26 SEPTEMBER 1972
op een aantal belangrijke punten wel degelijk houvast biedt. Men
weet in ieder geval precies waar men aan toe is als men dit voor
stel volgt. Op de garanties met betrekking tot de gemeenschaps
functie kom ik nog nader terug.
De heer von Schmid ziet er geen heil in dat men een gebouw
commercieel gaat leiden. Wij zijn van mening dat het activiteiten
pakket dat in het Turfschip moet plaatsvinden tot gevolg heeft dat
een commerciële aanpak de enig juiste is. Ook daarover is geen
misverstand mogelijk, omdat dit in het preadvies uitdrukkelijk is
verwoord. De heer von Schmid kan daar uiteraard andere ideeën
over hebben en ik maak mij dan ook geen illusies dat ik hem
met dit preadvies heb overtuigd, anders had hij daarvan wel blijk
gegeven.
Er is een garantie dat de nieuwe exploitant het beter zal doen
dan in het verleden is gebeurd. Naar de mening van de heer von
Schmid valt daarover geen zinnig woord te zeggen. Formeel heeft
hij daarin gelijk, maar aan de andere kant geloof ik dat, wanneer
een exploitant voor eigen rekening en voor eigen risico de exploitatie
van het Turfschip op zich neemt, dit op zichzelf een redelijke
waarborg is dat die exploitatie zal verlopen op de manier die wij
graag zien.
De heer van Os heeft wat badinerend gesproken over de voor
geschiedenis van het preadvies, waarbij hij de bok in de groene
wei heeft gelanceerd. Ik zou willen zeggen dat wij hopen dat in de
toekomst vele bokken en geiten op de grazige weiden van het Turf
schip zullen kunnen ronddartelen om daar de gemeenschapsfunctie
meer kracht bij te zetten.
Tenslotte zou ik nog willen opmerken dat de heer Kroon exact
naar voren heeft gebracht wat de positieve kanten van dit voorstel
zijn, zeker in relatie tot wat zich in november 1971 en op 8 augus
tus van dit jaar heeft afgespeeld. Met name de fixatie van de bij
drage van de gemeente en de daadwerkelijke betrokkenheid van de
gemeente bij het hele gebeuren, alsmede de waarborgen van de
gemeente voor de verdere exploitatie zijn elementen die naar mijn
mening via dit voorstel op redelijke wijze worden afgedekt.
De heer VAN LOON: Ik wil in het kort nog enige opmerkingen
maken en proberen een paar misverstanden uit de weg te ruimen.
Wanneer de heer Crul zegt dat hij het niet met de voorzitter van de
commissie ad hoe eens is over de doelstellingen van het Turfschip
met betrekking tot de gemeenschapsactiviteiten en dat de commissie
van plan was er een gemeenschapshuis van te maken, meen ik dat
hij bedoelt dat de commissie van oordeel is dat de gemeenschaps
functie in het Turfschip moet worden geactiveerd. Wij hebben daar
ook in het rapport op verschillende wijzen uiting aan gegeven; op
pagina 29 is daar een aantal alinea's aan gewijd. Voorts meen ik
in mijn betoog in eerste instantie duidelijk te hebben gesteld dat ik
aan die gemeenschapsfunctie nog steeds de grootst mogelijke waarde
hecht.
Ik moet zeggen dat ik niet vermag in te zien dat, wanneer
er een andere leiding in het Turfschip komt, plotseling alle acti
viteiten die de commissie meende te zien en die zij in het rapport
duidelijk heeft aangegeven van de baan zijn. Ik heb namelijk ge
zegd dat zowel in de vergadering van 11 november 1971 als op
8 augustus grote aandacht hieraan is besteed en dat ik van mening