26 SEPTEMBER 1972 1008 en ik zou daar met een wedervraag op willen ingaan, namelijk: is het in overeenstemming met het lijsttrekkersberaad dat hier diverse groeperingen aanwezig zijn die er indertijd niet waren? Is het in overeenstemming met het lijsttrekkersberaad dat er hier moties worden ingediend door bijvoorbeeld P. A. K. en D'66, die daar tevoren overleg over hebben gepleegd? Ik meen dat dit een normale gang van zaken is die mogelijk moet zijn, want bij bepaalde onderdelen zal men bepaalde combinaties kunnen krijgen. Voorts heb ik met genoegen geconstateerd dat de wethouder met betrekking tot het afvloeien van her. personeel spreekt over maatregelen die eventueel genomen moeten worden. Het gaat hier namelijk alleen maar om een principebesluit en wanneer dat principebesluit wordt genomen kan het college verder maatregelen treffen ten aanzien van het overleg met de te vormen stichting, waarbij deze zaken dan allemaal kunnen worden meegenomen. Wat de wethouder nu heeft toegezegd is dat, gelet op het tot nu toe gevoerde beleid waarbij de gemeente regelmatig grote bedragen ter beschikking heeft gesteld aan de N, V. Het Turfschip, het col lege voornemens is bij eventuele liquidatie van die N. V. bedragen aan haar ter beschikking te stellen om een behoorlijke overgangs regeling voor het personeel te effectueren, terwijl het datgene wat in de motie is gesteld met betrekking tot het personeel ook volledig wil overnemen. Ik wil het college daarvoor gaarne mijn dank betuigen. Wethouder VAN GRAAFEILAND; Ik zal niet ingaan op de onder linge discussie tussen de heren van Loon, Crul, America en von Schmid, ik acht het niet mijn taak daarover opmerkingen te ma ken. Terzake van het contract en het aflopen daarvan na vijftien jaar bestaat er tussen de heer van Loon en mij geen enkel ver schil van mening. De overeenkomst loopt na vijftien jaar af en het enige misverstand dat kan zijn ontstaan is dat in het pre advies wordt voorgesteld de voorwaarden aan te passen. Het is echter duidelijk ae bedoeling dat ook de artikelen die niet als voorwaarden in de overeenkomst zijn opgenomen op dat moment ter discussie staan. Ten aanzien van de overeenkomst heeft de heer van Banning nog opgemerkt dat wij daarmee in beginsel instemmen, waarbij hij vraagt wat er nu nog nader ter goedkeuring in de raad komt. Naar mijn mening zal nog ter goedkeuring aan de raad worden voorgelegd de overeenkomst tussen de stichting en de gemeente, terwijl datgene wat in de stichtingsacte staat ter kennisneming en ter nadere informatie aan de raad zal worden voorgelegd -- die stichting wordt opgericht door anderen alsmede het con tract tussen de stichting en de pachter. De heer VAN BANNING: Mag ik de wethouder vragen of hij in zijn antwoord ook de regeling met betrekking tot het perso neel meeneemt? Ik heb gevraagd of die ook eerst ter goedkeuring aan de raad wordt voorgelegd, dan wel of het college van burge meester en wethouders dit voor zich houdt. Wethouder VAN GRAAFEILAND- Ik wil de verschillende onder werpen graag systematisch behandelen. Aan de kwestie van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1008