1009 26 SEPTEMBER 1972 personeel kom ik nog toe. De heer von Schmid blijft van mening dat de onderhouds kosten hoger kunnen zijn dan de thans aangegeven 60.000,--. Ik neem aan dat dit bedrag, als men alleen al de inflatiecor rectie toepast en de bedragen die daarmee samenhangen, onge twijfeld hoger zal kunnen worden. Overigens bestaan de eigenaars- lasten uit meer dan alleen de onderhoudskosten. Dat neemt echter niet weg dat het voor dit moment in ieder geval het bedrag is dat daarmee gemoeid is. Afgezien daarvan moet men zich ook goed realiseren dat het bedrag dat aan rente en aflossing moet worden betaald jaarlijks met 16.000,-- afneemt. Voor 1972 zitten wij dus weliswaar op een bedrag van 806.000,--, maar voor 1973 is dat 16.000,-- minder, enz. Alleen uit hoofde daar van wordt de situatie dus al beter. De heer Crul is van mening dat wij die 806.000,-- beter meteen als verlies kunnen afboeken. Op dit moment is dat inder daad een feit, maar niet zodra er voor het ter beschikking stel len van het gebouw aan de stichting huur wordt betaald, want dan kan de huur worden afgetrokken van de kapitaalslasten. De heer van Banning heeft nog eens uitdrukkelijk gevraagd naar de garanties met betrekking tot de gemeenschapsfunctie. Ik heb in dat verband in eerste instantie al verwezen naar pagina 6 van het preadvies, waar omtrent de gemeenschapsfunctie het een en ander wordt opgemerkt. Een aantal activiteiten is daar met name genoemd, waarna de zin volgt dat een aantal andere dagen voor nader te bepalen activiteiten zal worden opgenomen. Daar naast heb ik, mede naar aanleiding van een opmerking van de heer Dees, gesteld dat de formulering in het contract van dien aard zal moeten zijn dat ook in geval van verandering van het karakter van de activiteiten in het Turfschip mogelijk moet blijven dat de gemeente uit hoofde van het contract een bepaalde claim houdt op die dagen. Ik meen dat op deze wijze kan worden vol daan aan de eisen die de heer van Banning op dit moment aan die overeenkomst stelt. De heer Froger heeft een punt aan de orde gesteld dat hij regelmatig naar voren brengt, namelijk: waarom geen openbare inschrijving. De heer FROGER: Daar is uw partij toch ook voor? Wethouder VAN GRAAFEILAND: Of mijn partij daar voor is laat ik nu in het midden. De heer FROGER- Het staat bovendien in de wet! Wethouder VAN GRAAFEILAND: Daarom is onze partij er waar schijnlijk ook voor! Ik meen dat wij ons in dit geval moeten realiseren dat de ex ploitanten van het Turfschip, die dit voor eigen rekening en risico willen gaan doen, niet in rotten van drie voor de deur liggen. Verder moeten wij ons ook realiseren dat het voor eigen rekening en risico exploiteren van het Turfschip tevens betekent dat de ex ploitant moet voldoen aan een hoge mate van kredietwaardigheid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1009