26 SEPTEMBER 1972
1012
De ruim te biedende gelegenheden hebben naar de mening van
de heer van Os -- ik heb de indruk dat hij het kan weten -- een
heel andere structuur dan nu voor het Turfschip is geregeld. Met
betrekking tot de kapitaalslasten heb ik de indruk dat aie structuur
zeker in het begin precies dezelfde is. In het begin komen de
kapitaalslasten voor rekening van de gemeente, dat is kennelijk
ook de situatie voor de andere ruimtebiedende gelegenheden, al
thans maximaal.
Dat in het Turfschip commerciële activiteiten zullen mogen
plaatsvinden en dat dit geen aanleiding behoeft te zijn voor een
wijziging van de gemeentelijke verordening op de ruimtebiedende
gelegenheden mag ik baseren op het feit dat de exploitant huur
betaalt. Die huur wordt betaald aan de stichting en derhalve krijgt
hij het gebouw niet om niet ter beschikking.
De heer VAN OS: Voor ruimtebiedende gelegenheden moet ook
huur worden betaald!
Wethouder VAN GRAAFE1LAND: Met betrekking tot het per
soneel wil ik nog het navolgende opmerken. Zoals ook uitgebreid
in het preadvies staat streven wij inderdaad naar een redelijke re
geling voor het personeel. De goedkeuring daarvan, zeker wat de
financiële consequenties betreft, is een aangelegenheid waarover
de raad moet beslissen. De heer Crul stelt dat naar zijn mening
in de regeling de mogelijkheid van een keuze moet worden open
gelaten voor alle leden van het Turfschippersoneel om over te gaan
in gemeentedienst, in dienst te treden van de pachter of gebruik
te maken van de afvloeiingsregeling. Ik neem aan dat zij ook
ergens anders kunnen gaan werken. Er is een duidelijke relatie
tussen de afvloeiingsregeling en het overgaan in dienst van een
ander. In punt 4 van de motie --ik heb daar in eerste instantie
al op gewezen -- staat met nadruk ook een gegeven over de over
gangsregeling die in de afvloeiingsregeling zal moeten worden op
genomen.
Met betrekking tot zijn opmerking over een keuzemogelijkheid
zou ik willen zeggen dat in het preadvies staat dat het overnemen
van het Turfschippersoneel a bout portant in gemeentelijke dienst
niet in overweging kan worden genomen. Wel staat in het voor
stel dat de gemeente bij het vervullen van eventuele vakatures
aan sollicitaties van leden van het personeel van het Turfschip
binnen redelijke grenzen voorrang zal verlenen. Daar moeten wij
het op dit moment bij laten om terzake geen valse verwachtingen
te wekken.
De heer Froger stelt dat nu eindelijk eens moet worden ge
komen tot een snelle beslissing in deze kwestie. Ik streef er naar
deze hele zaak in december in de raad te brengen als dit voorstel
wordt goedgekeurd. Op dat moment, waarschijnlijk zelfs eerder in
individuele gevallen, met betrekking tot het personeel, bekend zijn
hoe de zaak ervoor staat.
Als ik nu even mag terugkoppelen naar hetgeen ik in eerste
instantie heb betoogd zou ik willen zeggen dat er naar mijn oor
deel perspectief zit in dit voorstel. Er is mij uit de discussies in de
raad met betrekking tot dit voorstel en de onderdelen daarvan ge
bleken dat er geen concreet alternatief bestaat, althans niet duide
lijk geformuleerd en zeker geen alternatief dat zowel een integrale