26 SEPTEMBER 1972 1014 van de garanten aan de orde zouden komen. Verder ben ik van mening dat de verantwoordelijkheid van de raad niet kan worden geëffectueerd met dit preadvies, dat de ge- meenschapsfunctie niet tot haar recht zal komen en dat de garanties voor het personeel onvoldoende zijn. Het voorstel is daarover te vaag, een vaagheid die door de moties nog wordt vergroot. De heer VON SCHM'ID: Het is duidelijk dat ook wij tegen het preadvies zijn. De moties zren wij als een verdere vervaging van het preadvies en daarom zullen ook wij onze stem aan het geheel onthouden. De heer VAN OS: Nog één opmerking over die alternatieven. In de vergadering van 11 november 1971 hebben wij uitdrukkelijk aangegeven welke alternatieve mogelijkheden er zijn, namelijk het personeel en het gebouw die mogelijkheden te geven die er altijd al in hebben gezeten maar die tot dan toe niet waren benut. Dit is nog steeds een bestaande alternatieve mogelijkheid, die echter kennelijk niet wordt geaccepteerd. De heer SEVERENS: In dit principevoorstel staan voor mij cen traal de garanties en waarborgen voor de verruiming van de gemeen schapsfunctie. Ik vind dat dit aspect onvoldoende naar voren komt en op grond daarvan kan ik niet meegaan met het voorstel en even min met de moties. De andere aspecten van het voorstel, met na me een verstandig bestuur en beheer, een goede zakelijke opzet en het fixeren van het financieel risico, zijn voor mij ondergeschikt aan wat ik het centrale punt acht, namelijk de verruiming van de gemeenschapsfunctie. De heer AMERICA: Ik wil mij graag aansluiten bij de heer Se verens. De VOORZITTER: Vervolgens stel ik voor de eerste van de moties en daarna het preadvies in stemming te brengen, te be ginnen met de algemene motie, waarin de raad wordt uitgenodigd zijn gevoelen uit te spreken over een elftal punten. De eerste motie wordt hierna in stemming gebracht en met 25-10 stemmen aangenomen. VOOR hebben gestemd: mevrouw van Rooij-van den Heuvel, de heren van Dun, Gielen, van Banning, Brooimans, de Raaff, Mans, Biemans, Quadekker, Kramer, Broeders, Roozeboom, Taks en Sandberg, mevrouw jager-Middelbeek, de heren van Merkom en Goos, mevrouw Stockmann-van der Kallen en de heren Geene, van Duijl, van Loon, van Graafeiland, Kroon, van Caulil en Dees. TEGEN hebben gestemd, de heren Froger, Spanjer en Crul, mevrouw van Nes-Brands, de heren van Os, von Schmid, Mensen en Severens, mevrouw Willems-van Doorn en de heer America. De VOORZITTER: Thans is de tweede motie aan de orde. Deze betreft de grote aandacht welke naar het gevoelen van de raad aan de positie van het personeel dient te worden besteed. De raad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1014