11 OKTOBER 1972
1024
het college het preadvies in ieder geval in de eerste maanden
van 1973 uit te brengen.
De heer VAN DUN: De heer Sandberg plaatst mijns inziens
terecht enkele kanttekeningen bij de presentatie van het rapport.
Misschien wil de heer Sandberg het rapport zien zoals de heer
Kroon het schetst, nl. als een discussiestuk, vervaardigd door de
dienst van beplantingen ter discussie in de afdeling beplantingen.
Ik hoop dat dan iets van de bezwaren van de heer Sandberg wordt
weggenomen. Het punt had vanavond niet geagendeerd moeten
zijn, althans niet op deze manier. De vraag van de heer Kroon
sluit in de vorm daarop aan. Uitgaande van de gedachte dat het
hier gaat om een discussiestuk van de dienst van beplantingen
meen ik dat het de moeite waard is om een en ander in de raad
te bespreken en hierbij de visie van het college te betrekken. Ik
weet niet precies of het college een preadvies zal moeten uit
brengen of met een mededeling kan volstaan, maar ik meen
namens het college te kunnen zeggen dat deze kwestie in één
van de volgende vergaderingen als punt op de agenda zal worden
opgenomen.
De VOORZITTER: Heeft dat de instemming van de raad?
De heer SANDBERG: Ik sluit mij volledig aan bij de woor
den van de heer Kroon met betrekking tot de inhoud van het
rapport. Dat neemt niet weg dat wij, als ons een rapport ter
kennisgeving wordt aangeboden, mogen verwachten dat in het rap
port vermeld staat wie dit rapport heeft samengesteld, met welk
doel dit is gebeurd en aan wie het is uitgebracht. Dat staat niet
in het rapport. Ik heb dus niet alleen bezwaren tegen de presentatie,
maar tegen het ontbreken van de meest elementaire zaken die men
in een rapport mag verwachten.
De VOORZITTER: U heeft de gelegenheid om op dit punt
terug te komen, zodra het college over deze kwestie een pre
advies uitbrengt of een mededeling doet.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig
het voorstel besloten.
3t. Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen.
VRAAG, (gesteld in de raadsvergadering dd. 23 mei 1972)
De heer JANSEN: is het aan het college bekend dat door
een fout van gemeentewege een navordering van reinigings
rechten voor vuilnisemmers wordt geheven over de jaren 1968
tot 1972? Wanneer dit het geval is, kan men dan over een zo
groot aantal jaren een navordering heffen? Kan het college mee
delen hoe deze fout is ontstaan en hoe het deze fout denkt te
verbeteren zonder consequenties voor de burgers?
ANTWOORD,
Het is ons bekend, dat het energie- en waterbedrijf reeds geruime