1027
11 OKTOBER 1972
ANTWOORD.
Bedoelde dubbele lichten voor fietsers komen aiieen voor bij de
verkeerslichteninstallaties op de noordelijke rondweg. Voor deze
installaties worden aan de hand van de uitkomsten van verkeers
tellingen nieuwe coördinatieschema's opgesteld. Bovendien wordt
nagegaan:
a. op welke kruisingen het tweede licht voor fietsers kan ver
vallen;
b. hoe de eventueel te handhaven dubbele lichten op elkaar
afgestemd dienen te worden om onnodig wachten te voor
komen.
VRAAG, (gesteld in de raadsvergadering dd. 17 augustus 1972)
Mevrouw WIlLEMS-VAN DOORN: de leden van de raads-
afdeling voor onderwijs, te weten mevrouw Stockmann, de heren
Kramer, Dees, van Os en Koertshuis en ikzelf, hebben met te
leurstelling kennis genomen van de ministeriële mededeling dat
Breda niet in aanmerking komt voor het toegezegde samenwer
kingsproject, een experiment dat een eerste stap zou inhouden
naar integratie van beroepsbegeleiding en vormend onderwijs.
Wij kunnen ons voorstellen dat dit besluit voor alle betrokkenen
een grote slag betekent, te meer daar men eerst de teleurstel
ling heeft moeten verwerken over het niet doorgaan van het ex
periment streekcentrum met wetenschappelijke begeleiding. Te
recht hebben de werkende jongeren en de vormingsinstituten in
Breda daarna hun hoop gevestigd op het alternatief van een sa
menwerkingsverband, een hoop die na de brief van de minister
nu vervlogen is. Met klem doet de afdeling voor onderwijs een
beroep op het college aan deze kwestie de volle aandacht te
besteden en zo spoedig mogelijk alle pogingen in het werk te
stellen om dit project in 1972 alsnog gerealiseerd te krijgen.
Tot slot een korte informatieve vraag: welke materiële con
sequenties brengt een samenwerkingsinstituut met zich mee in
tegenstelling met een samenwerkingsproject?
ANTWOORD.
Bij schrijven van 23 augustus 1972 hebben wij de minister van
onderwijs en wetenschappen medegedeeld, dat wij er met teleur
stelling kennis van hadden genomen, dat hij aan het bestuur van
de stichting streekcentrum Breda had medegedeeld, dat het samen
werkingsproject met ingang van het cursusjaar 1972/1973 geen
doorgang kon vinden,
In het belang van de werkende jongeren en de goede ver
standhouding tussen de samenwerkende instituten (beroepsbege
leidend onderwijs en vormingswerk) hebben wij het streven van de
plaatselijke begeleidingscommissie ondersteund en hebben wij een
dringend beroep op de minister gedaan om alsnog faciliteiten te
verlenen om in het cursusjaar 1972/1973 een samenwerkrngspro-
ject te Breda mogelijk te maken.
Het is ons bekend, dat de plaatselrjke begeleidingscommissie
op 6 september j. 1. een gesprek heeft gehad met de drrecteur
onderwijs en vorming werkende jongeren van het minrsterie van