1035
11 OKTOBER 1972
overgehouden. Mocht onze berekening fout zijn, dan horen wij dat
straks wel. De opmerking in de proeve over de contante waarde
suggereert dat die opbrengst niet tot een dergelijk bedrag zal zijn.
Misschien kan de voorzitter als financieel expert hierop straks nog
even ingaan. Wij vragen ons af of het inderdaad in de bedoeling
van de raad ligt om ae Pius X-stichting met gemeenschapsgeld een
dergelijke voordelige transactie te laten uitvoeren. Het kassierschap
brengt de Pius X-stichting naar onze mening goed geld op en wij
vragen ons af of die kassiersfunctie niet door de gemeente kan wor
den overgenomen. Wij zouden evengoed als de Pius X-stichting geld
kunnen uitzetten. Wij zouden, als wij het geld dat wij van het Water
schap ontvangen op dezelfde voordelige wijze als de Pius X-stichting
dat doet zouden uitzetten, via de stichting of op een andere wijze
aan de verplichting die de Pius X-stichting ten opzichte van het
Spaarbeleg heeft -- ik meen dat het hierbij gaat om een bedrag
van 652.000,kunnen voldoen. Verder denkt de Pius X-stichting
in termijnen 485.000,-- aan de gehele transactie over te houden.
Met het door ons uitgezette geld a 8% zouden wij eveneens de pe
riodieke betalingen aan de Pius X-stichting kunnen voldoen. Wij
zouden dan als gemeente de voordelen kunnen hebben die nu de Pius X-
stichting heeft. Wij willen graag vernemen of de door ons voorgestelde
transactie, die een wijziging inhoudt, tot de mogelrjkheden behoort.
De heer van Banning heeft deze zaak in de afdelingsvergadering op
een iets andere wijze benaderd en ik verwacht dat hij dat vanavond
ook zal doen. Ik meen toch dat hij in de afdelingsvergadering als
zijn mening heeft uitgesproken dat de voordelen die de Pius X-
stichting aan de transactie zal hebben ook gedeeltelijk ten goede
zouden moeten komen aan de gemeente Breda. In die zin heeft een
eventueel vanavond door de heer van Banning naar voren te brengen
suggestie wel onze sympathie.
Mijnheer de voorzitter, u weet dat dit raadswerk voor ons vrije
tijdwerk is. Wij hebben onze suggesties dan ook niet verder kunnen
uitwerken. Ik geloof ook niet dat dat ons werk is; ik meen dat dat
duidelrjk een taak is voor het college als dagelijks bestuur. Mocht
het college de suggesties inderdaad als mogeli jkheden voor de ge
meente Breda zien, dan kan het wellicht de toezegging doen dat de
suggesties door het ambtelijk apparaat verder zullen worden uitge
werkt. Dit is maar een enkele suggestie; ik geloof dat er meer sug
gesties te doen zijn. Wij hebben hiermede de gegrondheid van het
bezwaar dat wij tijdens de vergadering van 29 mei j. 1. naar voren
brachten, nl. dat niet voldoende andere mogelijkheden werden bekeken,
aangetoond. Onze suggestie en andere suggesties, o. a. die van de
heer van Banning, wijzen toch wel uit dat niet naar andere oplossingen
gezocht is. Ik wil nog een enkele korte opmerking over het voorstel
zelf maken. Wij zijn van mening dat de restwaarde van de tijdelijke
opstal, nu het Waterschap toevloeiend, eigenlijk toch de gemeente
zou moeten toekomen. De gemeente houdt aan de gehele trans
actie vrijwel niets over.
Over de ontbindende voorwaarde die in paragraaf III is vermeld
willen wij nog graag nader geihformeerd worden. Volgens verkregen
informatie is de Gezinszorgschool daarvan uitgesloten, maar wij zouden
graag weten welke bepalrngen gelden indien het gebouw van de ge
zinszorgschool, in 1978 niet vrij zou komen. Kan het Waterschap
dan nog sanctres ten opzichte van de gemeente uitoefenen? Het
Waterschap krijgt de grond nu wel niet in eigendom en er bestaat