1039
11 OKTOBER 1972
tegen het welzijn van de burgers indruist.
De heer SANDBERG: De invalshoek, van waaruit onze fractie
tegen het voor ons liggende voorstel heeft aangekeken, ligt eigenlijk
vast bij het raadsbesluit van 29 mei j, 1. toen een meerderheid van
deze raad op grond van een democratische stemming besloot tot ver
koop van het complex aan "het Waterschap.
De heer VON SCHMID (int.Men kan nog wel eens op iets
terugkomen als dat nodig zou zijn.'
De heer FROGER: Je weet nog niet wat hij doet; je weet nog
niet waarmee hij komt!
De heer SANDBERG: Dat was het begin. Welke veranderingen
hebben zich nu voorgedaan, die de basis voor een nieuw besluit
vormen
Wij zullen dan allereerst moeten uitgaan van de uitgangspunten die
op 29 mei j. 1. gehanteerd zijn. Ik verwijs dan heel graag naar het
lijstje dat de heer Spanjer toentertijd zo uitnemend voor de raad
heeft opgesteld. De heer Spanjer zei o. a.Bouvigne staat nog steeds
leeg; de gemeente heeft geen direct emplooi voor de gebouwen.
De heer VAN OS: (int.) Dat was met het Turfschip precies het
zelfde
De heer SANDBERG: Wij hebben het nu over Bouvigne en niet
over het Turfschip.
Bouvigne vormt voor het waterschap, ondanks de moeilijkheden die
er vanaf 1 juli tot op heden zijn geweest, kennelijk nog steeds een
aantrekkelijk object. Dat zijn op dit moment de vaste punten.
De heer FROGER Voor wie niet!
De heer SANDBERG: De overwegingen die onze fractie op 29
mei j. 1. deden besluiten om voor het voorstel van het college te
stemmen waren in de eerste plaats gebaseerd op het aspect van de
werkgelegenheid, welk aspect gezien de recente ontwikkelingen wel
licht nog meer accent verdient. In de tweede plaats waren onze
overwegingen gebaseerd od het achterstallig onderhoud. Dit aspect is
niet tijdsgebonden, althans niet voor wat de periode vanaf 1 juli tot
heden betreft. Wij zouden hoogstens kunnen veronderstellen dat het
onderhoud vanaf de dag dat het vorig raadsbesluit van kracht had
moeten worden nog achterstallige r is geworden.
Voorts heeft mijn fractiegenoot Van Merkom destijds het aspect van
de verkoop aan de overheid ter sprake gebracht. Hij heeft even die
Amerikaan ten tonele gevoerd, waarover de heer Van Banning zo
hartelijk moest lachen. Wij hebben daarmede toch wel duidelijk
willen aanstippen dat wij bijzonder gecharmeerd zijn van een afwik
keling, waarbij Bouvigne uit de speculatieve sfeer wordt gehouden.
De heer FROGER (int.Goeiendag!
De heer SANDBERG: Verder heeft de heer Van Merkom ook nog
eens een keer de veelal kleine crediteuren ter sprake gebracht. Deze