1040 11 OKTOBER 1972 mensen hadden met veel moeilijkheden te maken en de heer Van Merkom verklaarde daarom dat wij de aflossing van deze crediteu ren bijzonder op prijs zouden stellen. Het P.A.K. heeft toen de V. V. D.-fractie bij monde van de heer Crul als gematigd-kapitalis tisch aangeduid en ons min of meer verweten dat wij de kleine cre diteuren ter sprake brachten. Dat zal hij dan vandaag wel weer doen; ik hoor het hem graag zeggen. Voor ons speelt echter de aflossing van die kleine crediteuren inderdaad een belangrijke rol. Mijnheer de voorzitter, het zal u eigenlijk nu al duidelijk zijn dat wij onverkort vasthouden aan een regeling, die een waarborg inhoudt dat Bouvigne, waaraan de tand des tijds al aardig begint te knagen, als gebouw overeind blijft staan en dat het voor de gemeenschap be houden blijft. Het thans voor ons liggende voorstel zien wij dan ei genlijk ook meer als een amendement op de technische uitwerking van een principieel besluit dat de raad al eerder genomen heeft. De verwachtingen ten aanzien van de Gezinszorgschool zijn niet gerealiseerd. Accoord, dan moet er een nieuwe regeling komen. De regeling die nu voor ons ligt steunt in ieder geval op de mede werking van de Gezinszorgschool zelf; zij steunt ook op de instem ming van het ministerie qua procedure; zij steunt nog steeds op de overweging dat het de gemeente geen geld kost. De heer FROGER: Dat dacht u maar! De heer SANDBERG; Zij heeft de instemming van de Pius X- stichting en zij heeft hopelijk de medewerking van het Waterschap, in ieder geval de medewerking van het bestuur van het Waterschap. Dat zijn voor ons op dit moment doorslaggevende argumenten. Wel een kritische noot ten aanzien van het voorstel zelf. De gehele finan ciële paragraaf is voor niet-ingewijden bijna onleesbaar en ik vraag mij zelfs af of alle leden van het college deze financiële afwikke ling doorgronden. De rekenkundige akrobatiek die de heer Crul zojuist heeft opgevoerd gaat mij helemaal boven mijn pet. Met betrekking tot een preadvies uitgebracht door het college mag men echter ande re normen stellen. De heer Crul heeft het college trouwens zo vaak gevraagd een en ander nog eens na te rekenen dat ik dat nu maar niet doe. In de haast is er zelfs een door het ambtelijk apparaat opgestelde en ook ondertekende technische uitwerking zonder meer aan het voorstel vastgeniet. Een amateur-raadslid kan zich op grond van al deze zaken nauwelijks een juist oordeel vormen. Men zou kunnen opmerken: hoe zit het dan met de leden van de afdeling financien en openbare werken? Welnu, deze zijn verzocht om gedu rende een periode van anderhalve werkdag op het stadhuis te verschij nen om het een en ander te bespreken. Dat is voor mensen die met volle agenda's werken - ik mag veronderstellen dat dat voor al mijn collegae-raadsleden geldt - nauwelijks doenlijk Op die manier dreigt het eigelijk een onmogelijke zaak te worden. Uiteraard is met betrekking tot iedere zaak en dus ook met betrekking tot dit voorstel wel een aantal beslist wel plausibele redenen aan te voeren, die een dergelijke procedure wellicht rechtvaardigen, maar het col lege moet zo langzamerhand onder ogen gaan zien dat deze wijze van behandelen op zijn minst gekwalificeerd mag worden als roof bouw op werkgevers van raadsleden die een normale werkkring heb ben en op het huiselijke- en gezinsleven van alle raadsleden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1040