1041
11 OKTOBER 1972
De heer FROGER: Er zijn ook nog vrije ondernemers!
De heer SANDBERG: Ik neem aan dat ook roofbouw wordt ge
pleegd op hun activiteiten.
Ik wil het college daarom nadrukkelijk onder ogen brengen dat het
stelselmatig geforceerd moeten nemen van besluiten een niet onbe
langrijke bijdrage gaat leveren tot de onbestuurbaarheid van de stad.
Steeds meer mensen worden met een dergelijke gang van zaken ge
confronteerd.
De heer VON SCHMID (int.Dus u bent tegen!
De heer SANDBERG: Mag ik nu even uitpraten? Deze mensen
verliezen ondanks hun geschiktheid voor het raadswerk hun interes
se voor een participatie in het stadsbestuur. Ongetwijfeld komen er
nog momenten waarop ik nader op deze aspecten inga. Ik heb ze
echter nu aangestipt, omdat op de agenda die wij vanavond behan
delen punten als de bibliotheek en Bouvigne voorkomen, die duide
lijk voorbeelden zijn van deze ongewenste haast-affaires.
Tenslotte wil ik bij dit punt nog aantekenen dat ik er weinig waar
dering voor kan opbrengen dat een raadsvergadering die nota-bene
maanden van tevoren is vastgelegd maar eventjes wordt verschoven
ter wille van een vergadering van het Waterschap. Dit is de zoveel
ste manifestatie van de gedachte dat er met de tijdsbesteding van
raadsleden beter valt te jongleren dan met de tijdsbesteding van an
deren. Ik betreur deze gedachtenontwikkeling ten zeerste en verwerp
haar ook volledig.
De heer VAN LOON: Men heeft mij gevraagd te spreken namens
een meerderheid van de fractie.
De heer VON SCHMID: Is dat een werkgroep of is het iets an
ders?
De heer VAN LOON: Ik zou het bijzonder op prijs stellen als
ik in de gelegenheid zou worden gesteld om mijn betoog te houden
en niet iedere keer zou worden geïnterrumpeerd over zaken die met
deze zaak niets te makerr hebben.
Zoals ik al zei spreek ik dus namens een grote meerderheid van de
fractie en na de afdelingsvergadering over deze zaak op verzoek van
de heer Kroon ook namens de P. C. G.
De heer Sandberg heeft gezegd dat hij het voorstel wil benaderen
vanuit het uitgangspunt dat de raad op 29 mei j. 1. tot verkoop van
Bouvigne heeft besloten. Ik kan mij wat dat betreft bij hem aanslui
ten. Ik ben van mening dat het voorstel een zakelijke benadering
behoeft. Wat is er aan de hand? Uit de boedel van de voormalige
emeente Ginneken en de gemeente Bavel kregen wij het prachtige,
istorïsche kasteel Bouvigne, een later gesticht imposant gebouwen
complex en een prachtige tuin. Begin 1971 kwam dit complex leeg,
met uitzondering van de Gezinszorgschool. Wij ontvingen weliswaar
ook nadien nog een kleine huuropbrengst, maar zonder rekening te
houden met noodzakelijke onderhoudskosten bedragen de kosten ver
bonden aan het in bezit hebben van dit complex een veelvoud van
de huuropbrengst. Een historisch monument is in verval en kost de
gemeenschap handenvol geld. Dit lege complex biedt geen perspec-