1044
11 OKTOBER 1972
verstrekt, d. i. 12,000,--; verder 7 3/4 van de 250..000,--
die aan de gemeente moeten worden betaald, d. i. 19.375,--.
Afgerond komt dat in totaal neer op 32.000,hetgeen een over
schot van 21.000,-- per jaar betekent. Rekening houdend met
jaar samengestelde interest komen wij na 5£ jaar op een gekapitali
seerd bedrag van 150.000,--, Dat is precies het bedrag dat de
Pius X-stichting aan het Waterschap betaalt en na 5| jaar kan terug
ontvangen.
Het resultaat van een en ander is mijns inziens erg simpel weer te
geven. De gemeente ontvangt 5j jaar rente a 7 3/4 °]o en daarna
250.000,--. Het Waterschap krijgt gratis tijdelijke huisvesting en
in 1978 de beschikking over de Gezinszorgschool. De Pius X-stich
ting ontvangt na 5| jaar de door haar voorgeschoten 150.000,--
via huur- en rente verrekening volledig terug.
Aan deze regeling kunnen wij ons volledig conformeren.
De heer VON SCHMID (int.Dat is uw eigen uitleg van het
gehele stuk, waarmee u het eens bent!
De heer VAN LOON: Wij zullen straks wel horen of die uitleg
juist of onjuist is.
Ik wil nog wel zeggen dat wij ook grote waarde hechten aan de niet
onbelangrijke uitbreiding van de werkgelegenheid in Breda. Ook de
opschorting van de ontruiming van de Gezinszorgschool verheugt ons.
Tijdens het overleg in de raadsafdeling is ons duidelijk geworden dat
men bij deze opleiding ook zoekt naar nieuwe vormen en nieuwe
mogelijkheden. Ik geloof dat wij de ontwikkeling op dit gebied met
vertrouwen kunnen afwachten. Vóór 1978 kunnen wij dan in gezamen
lijk overleg met alle betrokkenen de meest adequate oplossing trach
ten te bereiken. Angst dat de nu te sluiten overeenkomst in 1978
mogelijk zal moeten worden teruggedraaid behoeft naar mijn opvat
ting niet te bestaan.
Zou er dan onverhoopt geen acceptabele regeling voor de Gezinszorg
school zijn, dan is er zo duidelijk sprake van overmacht, dat in die
situatie door alle partijen naar aanvaardbare oplossingen zal moeten
worden gestreefd.
Tenslotte nog enkele detailopmerkingen. Mijn eerste opmerking gold
de ondergrond van de Gezinszorgschool, maar die is in verband met
een aanvullend voorstel overbodig geworden.
Vervolgens wil ik ingaan op punt I d van het eerste besluit ten aan
zien van de verkoop aan het Waterschap. De heer Crul heeft met zijn
vraag aan de heer Van Caulil ook al aan dit punt herinnerd. In punt
I d staat dat het. verkochte niet binnen een termijn van tien jaren
mag worden vervreemd dan met voorafgaande goedkeurrng van de
raad der gemeente Breda. Na het overleg zijn wij ook van mening
dat deze termrjn van tien jaren waarschijnlijk van geen enkele be
tekenis zal zijn. Onzerzijds wordt eigenlijk meer waarde gehecht
aan het vastleggen van de bepaling dat de gemeente bij vervreem
ding van het complex onder alle omstandigheden voorkeursrecht voor
koop krijgt. Mijn tweede opmerking heeft betrekking op het besluit dat
genomen zou moeten worden ten aanzien van de vergoeding van
1.250.000,-- aan de Bouvigne-stichtingen. Ik geloof dat het mis
schien verstandig is ook in dat besluit op te nemen dat van het be
drag van 1.250.000,-- een bedrag van 150,000,-- wordt inge
houden, dat dan aan het Waterschap wordt doorbetaald.