1048
11 OKTOBER 1972
Het Waterschap heeft bij aanvaarding van dit voorstel het nadeel
dat het gebouw van de Gezinszorgschool later ter beschikking zal
komen. Het Waterschap gaat echter akkoord met de schadeloosstellingen.
De Pius X-stichting betaalt - financiert - tenslotte de kosten van de
regeling.
Op grond van het vorenstaande kan ik derhalve geen ander standpunt
innemen dan ik op 29 mei heb gedaan; ik ga dus accoord met het
voorstel.
De heer VAN CAULIL: U zult begrijpen dat ik graag bereid ben
om een reactie te geven op het door de heer Crul gestelde. De
heei Crul attendeerde erop dat ik bij andere gelegenheden uitspraken
heb gedaan ten aanzien van grondprijzen, enz. Ik ben nu al veer
tien jaar lid van de afdeling van openbare werlen en heb in deze
periode meegemaakt dat grond verkocht en aangekocht werd voor
0,50 per m2, maar ook voor 300,-- per m2. Gezien deze uit
eenlopende prijzen is het begrijpelijk dat men gespitst is op het
voorkomen van grondspeculaties. Men heeft hiervoor niet alleen bij
de gemeente aandacht, maar ook bij de rijksoverheid in verband
met de woningbouwwet. De heer Crul vraagt nu wat wij nu eigen
lijk bedoeld hebben tijdens de gecombineerde afdelingsvergadering,
die vóór de raadsvergadering van 29 mei j. 1. gehouden is. Ik kan
mij dat voorstellen, omdat één en ander ook tijdens de vergadering
van 29 mei j„ 1. meermalen ter sprake gekomen blijkt te zijn. Ik
heb het verslag niet bij mij en ik kan aan ook niet woordelijk her
halen wat ik gezegd heb, maar ik wil toch wel duidelijk maken
wat ik bedoelde. Ten aanzien van de grote grondoppervlakte die
bij de verkoop is betrokken heb ik gezegd van mening te zijn dat
de grondprijs alleen al de verkoopprijs dekte. De waarde van grond
wordt echter mede bepaald door de bestemming van die grond. Tij
dens die afdelingsvergadering is mij duidelijk gemaakt dat de grond
niet voor woningbouw bestemd was; op het overgrote deel van de grond
mag niet gebouwd worden en laat men slechts groenvoorzieningen toe.
Uiteindelijk was een en ander voor mij niet helemaal bevredigend
en ik heb toen gezegd dat ik het er niet helemaal mee eens kon
zijn en een voorwaarde ingebouwd wilde zien, die speculaties zou
uitsluiten. Ik geloof dat ae heer Crul hierop doelt. Ik heb toen wel
degelijk gezegd dat ik van mening was dat indien het Waterschap
binnen tien jaar tot verkoop van het complex zou besluiten dit
complex aan de gemeente te koop zou moeten worden aangeboden.
Dat is een duidelijke uitspraak. Ik geloof dat men hiernaar nu in
formeert omdat er destijds nogal wat verwarring over bestond; in
ieder geval heb ik het wel degelijk zo bedoeld.
In het voorstel dat nu voor ons ligt is opgenomen dat verkoop
binnen tien jaar niet zal plaatsvinden dan na goedkeuring door de
gemeenteraad. Tijdens de vergadering van 29 mei heb ik gezegd
aat dat wel niet precies hetzelfde is als ik bedoelde maar dat wij
met die bepaling toch grondspeculatie uitsluiten. Ik hoop dat het
duidelijk overkomt bij ae heer Crul als ik stel dat mijn principe
niet veranderd is. Mijn instelling is en blijft dat wij attent moeten
zijn op grondspeculatie, maar naar mijn gevoel is door het opnemen
van bovengenoemde bepaling aan de voorwaarde voldaan dat grond
speculatie zoveel mogelijk beperkt moet worden. De heer Crul heeft
nog een vraag gesteld over de termijn van tien jaar. Ik kan hem
zeggen dat ik daarbij ben afgegaan op de rijksregelingen ten aanzien