1054 11 OKTOBER 1972 ontwikkeling van het onderwijs ook ten aanzien van de gezins zorg zelf. Het is nl. denkbaar dat een combinatie van bepaalde opleidingen die nu nog aan de huishoudschool plaatsvinden in een ander stramien met gezinszorg in één situatie zou kunnen worden opgenomen. De moeilijkheid kan daarbij zelfs zijn dat men denkt aan opleidingen die niet vallen onder het departement van onder wijs. Ik geloof echter dat wij nu de tijd hebben om deze gehele problematiek te onderzoeken en dat het voor de Gezinszorgschool een goede zaak is om dit gezamenlijk te doen. De heer Crul heeft nog gezegd dat de proeve blijk geeft van gehanteerde finan ciële foefjes. Ik kan op die uitspraak eigenlijk niet reageren; ik weet nl. niet wat de heer Crul daarmede bedoelt. Wij nebben ge woon een voorstel gedaan en nu kan men wel zeggen dat het een foefje is. De heer CRUL: Mijnheer de voorzitter, ik wil het wel even uitleggen, als u daar behoefte aan heeft. De heer BROEDERS: Mijnerzijds is de behoefte niet zo erg groot, maar als u het toch wilt doen dan krijgt u van mij de gelegenheid. De heer CRUL: Ik vind het wel belangrijk. Het is een feit dat het gebouw van de Gezinszorgschool op 325.000, -- ge taxeerd is om de Pius X-stichting meer te laten verdienen via rente en minder te laten betalen via de uitgestelde betaling met betrekking tot de Gezinszorgschool. Dat is een belangrijk voordeel voor de Pius X-stichting. Ik vind dat zonder meer een foefje. In de afdelingsvergadering heeft niemand mij duidelijk kunnen maken wie dat nu eigenlijk betaalt; ik geloof dat wij dat gezamenlijk doen. Het is in ieder geval een foefje. De heer BROEDERS: Ja, dat is dikwijls de moeilijkheid met foefjes; men komt er soms niet meer uit. Er zijn van die foefjes die sommigen kunnen toepassen en die anderen niet doorzien; dat is nl. vaak de kwalificatie van foefjes. In de proeve zit echter inderdaad naar mijn mening een aantal onzekerheden. Men zou bij wijze van spreken ook kunnen stellen dat het nemen van een rente van 8% een foefje is; niemand kan beoordelen of een en ander gerealiseerd zal worden. De opgenomen waarde van het gebouw van de Gezinszorgschool moet ook niet als de werkelijke waarde worden gezien. Er is gewoon een financiële opstelling, met behoud van de uitgangspunten dat de gemeente 150.000,-- moet incas seren (conform de beslissing die tijdens de vorige raadsvergadering over deze zaak is genomen), dat het Waterschap geen nadeel mag ondervinden ten aanzien van zijn calculatie en dat de Pius X- stichting op haar manier toch een redelijk bedrag, zij het niet het door haar gewenste bedrag, zal ontvangen. In dat licht moet de proeve gezien worden. De heer VAN OS (int.): Dit foefje behoort dus tot de categorie foefjes die doorzien zijn!

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1054