1066 11 OKTOBER 1972 verband hield was namelijk in dichte nevelen gehuld, zowel voor het college - bepaalde personen uitgezonderd - als voor de raad, In zo'n situatie kan men mijns inziens niet verantwoordelijk gesteld worden voor besluiten die in het verleden zijn genomen. De VOORZITTER: Ik weet niet of ik het zó geformuleerd heb. Ik wil er echter geen misverstand over laten bestaan dat dit zeker niét mijn bedoeling is geweest. Ik heb gezegd dat wij bepaalde zaken heb ben aangetroffen, die zelfs nog teruggaan tot de besluitvorming van de gemeenten Nieuw-Ginneken en Bavel, Aan die gevolgen, die in het gemeentebeleid zijn ingebouwd, kunnen wij niet ontkomen. Dat is de bedoeling geweest van de opmerkingen die ik in dit verband heb gemaakt. De heer CRUL: Het is anders gezegd dan u het nu formuleert. Wat de gezinszorg betreft kunnen wij in de situatie terechtkomen die wij ook hebben meegemaakt bij de Stichting Bouvigne, Er waren afspraken ge maakt met C,R. M„die niet bevestigd werden. Die afspraken konden ook niet bevestigd worden omdat de mededelingen die ons verstrekt waren duidelijk in tegenspraak waren met de beslissingen van C,R, M. In die situatie kunnen wij nu weer komen te verkeren, als wij op telefonische of mondelinge afspraken afgaan, zonder eerst de bevestiging van het ministerie af te wachten, In de leeskamer ligt een brief die verwijst naar een verzoek van de Stichting Bouvigne uit 1967 voor verlenging van het huurcontract: nu, in 1972, is op dat verzoek bevestigend geantwoord. Het kan nog wel even duren voordat de gezinszorg uitsluitsel heeft ge kregen van het ministerie. Wij verzoeken u daarom in dezen geen voor barige besluiten te nemen. De heer Van Loon heeft ons duidelijk gemaakt wat hij onder foefjes verstaat, evenals de heer Broeders, De heer VAN LOON: Ik heb niet gezegd wat ik onder foefjes versta. Ik heb alleen gezegd dat er geen sprake is van foefjes.' De heer CRUL: Ik meen dat de heer Van Loon een voorbeeld heeft genoemd. Het gaat mij evenwel om de manier waarop de heer Van Loon de laatste tijd weer in deze raad opereert. De heer VAN LOON: M&g het? De heei CRUL: Zeker, maar ik mag daartegen bezwaren hebben. De heer Van Loon mag natuurlijk het standpunt van zijn fractie verwoor den, maar ik heb er vanuit mijn politieke opstelling bezwaar tegen dat het op een zodanige manier gebeurt, dat er geen controlerende houding ten opzichte van het college uit spreekt. Het lijkt erop dat er bij voorbaat afspraken zijn gemaakt ter dekking van het college. De heer VAN LOON: Dat is een beschuldiging die u niet kunt waar maken.' De heer CRUL: U hebt het voorstel van het college verkort weerge geven. De heer VAN LOON: Ik heb gewoon beter gelezen dan u.' De heer CRUL: De heer Van Loon heeft in feite geen eigen standpunt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1972 | | pagina 1066